Nederlandse naam:
Sparappelgalluis
Wetenschappelijke naam:
Adelges abietis

Wetenschappelijke naam: Adelges abietis
Synoniemen: Sacchiphantes abietis
Nederlandse naam: Sparappelgalluis
Taxonomische indeling: Hemiptera: Adelgidae

Beschrijving en levenscyclus:
De wolluizen (Adelgidae) op coniferen zijn kleine insecten die wat op de bladluizen (Aphididae) lijken, maar in afwijking tot deze echte bladluizen hebben Adelgidae korte voelspriet-segmenten en gereduceerde vleugels. De meeste soorten hebben een waardplantwisseling met als hoofdwaard Picea. Deze familie die zich op naalden ontwikkelt, produceert aanzienlijke hoeveelheden witte, wasachtige ‘wol’. Hun levenscyclus is zeer complex, vaak onvolledig en met veel variaties in hun verschijning en waardplant.

Adult: het ongevleugelde vrouwtje is geelachtig groen tot lichtgroen, met vijfdelige voelsprieten en vijf paar ademhalingsopeningen op het achterlijf. Het gevleugelde vrouwtje is 1,8 – 2,2 mm lang, geel gekleurd met de eveneens vijfdelige voelsprieten. Voorvleugels zijn 2,5 – 2,8 mm lang.

Uit de in augustus en september gerijpte gallen komen gevleugelde en ongevleugelde luizen tevoorschijn. Ze vliegen niet naar een andere boomsoort maar ontwikkelen zich verder op de fijnspar volgens een onvolledige cyclus. De soort is waarschijnlijk de enige in deze familie zonder waardwisseling, reden waarom plaatselijk een explosieve vermeerdering kan optreden. De uit de eitjes gekomen larven overwinteren dichtbij de knop en groeien in het volgende voorjaar door tot volwassen luis. Een vrouwtje legt ongeveer 50 eitjes in kleine hoopjes die deels door wasdraden worden bedekt. De uit deze eitjes uitgekomen larfjes zuigen aan de naaldbasis, wat tot galvorming leidt.

Type aantasting:
Zuigen aan naalden.

Waardplanten:
Hoofdwaard: Picea. Tussenwaard: geen.

Aangetaste plantendelen:
Naalden.

Aantastingsbeeld:
Aan de basis van jonge loten tot 3 cm grote, ananasvormige, lichtgroene gallen die later via rood tot bruin verkleuren, vooral in jonge kerstboom cultures.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting is specifiek.

Schade:
De gallen, die in de voorzomer worden gevormd, veroorzaken groeistagnatie van de nieuwe loten. De schade ligt vooral in de kerstbomencultuur, omdat boompjes met vele gallen niet verkoopbaar zijn.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort kan zich plotseling sterk vermeerderen.

Bestrijding:
Geen bijzonderheden. Alleen in kwekerijen is het gebruik van chemische middelen toegestaan.