Wetenschappelijke naam: Agelastica alni
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Elzenhaantje
Taxonomische indeling: Coleoptera: Chrysomelidae
Beschrijving en levenscyclus:
De familie Chrysomelidae omvat zeer veel soorten. Het zijn bijna alle bladeters en worden gewoonlijk ‘bladhaantjes’ genoemd. De meeste soorten zijn klein, langwerpig eivormig en vele zijn fraai gekleurd en vaak metaal-glanzend. Larven hebben vaak wratachtige verhevenheden of krachtige doornen en leven meestal vrij op planten. Ze bezitten ook borstpoten.
Adult: 5 – 7 mm lang. Het lichaam is eivormig, naar achteren verbreed. Staalblauw of violet gekleurd. Halsschild glad gewelfd.
Ei: Okergeel tot oranjegeel, tonvormig. De eitjes worden in groepjes aan de onderzijde van de bladeren afgezet.
Larve: tot 10 – 11 mm lang, langgerekt, diepzwart, met twee rijen zwarte, behaarde wratten. Kleine kop.
Pop: 6 – 7 mm lang, witachtig geel, aan de bovenzijde van enkele borstels voorzien, zeer week en zacht.
De kever overwintert in de grond en komt in het voorjaar tevoorschijn. Het vrouwtje zet in mei en juni aan de onderzijde van de bladeren groepjes van 60 – 75 eitjes af. De larven leven eerst in grotere groepen, die ‘spiegels’ worden genoemd, later in kleinere groepjes en afzonderlijk. Ze zitten aan de boven- en onderzijde van bladeren en voeden zich met het bladmoes. Ze verpoppen in augustus -september. Kort daarop verschijnen de jonge kevers, die tot oktober actief blijven. Er is één generatie per jaar.
Type aantasting:
Het skeletteren en gaten vreten in bladeren.
Waardplanten:
De soort prefereert Alnus. Bij hoge dichtheden worden ook Betula, Corylus, Tilia en Carpinus aangevreten. Een enkele keer op Populus en Salix.
Aangetaste plantendelen:
Bladeren.
Aantastingsbeeld:
De bladeren worden door de larven zodanig bevreten, dat het bladmoes verdwijnt maar de nerven intact blijven (skeletteren). De kevers eten gaten in het blad.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting kan niet met andere verward worden.
Schade:
Van betekenis is vooral kaalvreterij in windsingels, omdat deze bij bladverlies slechts weinig aan het beoogde doel bijdragen. Alnus zal doorgaans van kaalvreterij herstellen.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In Nederland een zeer algemeen voorkomende soort.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.