Wetenschappelijke naam: Agrilus suvorovi
Synoniemen: A. viridis, var. populnea
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Coleoptera: Buprestidae
Beschrijving en levenscyclus:
De prachtkevers (Buprestidae) zijn een talrijke familie van vaak metaalkleurige soorten, waarvan de meeste in Zuid-Europa voorkomen. Hun lichaam is meestal langwerpig, min of meer projectiel-vormig en naar achteren toegespitst. Ze vliegen graag rond in de felle zon en zitten bij voorkeur op bloemen. De larven zijn afgeplat en maken gangen onder de schors.
Adult: de volwassen kevers zijn effen metaalgroen of donkergroen gekleurd. Het vrouwtje is groter en minder langgerekt dan het mannetje. De soort is 6,5 – 9,3 mm lang en zijn breedte varieert van 1,5 – 2,3 cm.
Ei: De eitjes zijn boonvormig met een doorsnede van ca. 1,5 mm.
Larve: De larve heeft een ivoorwitte kleur en is vrij plat en sterk gesegmenteerd. De kop ligt onder het halsschild dat lichtbruin van kleur is en breder dan de rest van het lichaam. Aan het eind van het achterlijf zitten twee kleine zwarte tangetjes.
De jonge kevers komen tussen mei en september (de meeste in juni) tevoorschijn en voeden zich ca. één week lang met populierenblaadjes. Bij de minste verstoring laten ze zich op de grond vallen of ze vluchten naar een beschaduwd deel van de stam. De kevers vliegen snel en met grote behendigheid. Na de paring legt het vrouwtje de eitjes in groepjes van 2 – 17 stuks (meestal 7 – 8) op de zuidzijde van de stam en soms ook op de tak. Ze bedekt deze met een afscheiding van witte, karakteristieke schuim, dat ca. 60 dagen aan de stam blijft kleven (aanwijzing voor de aanwezigheid van de soort). Na 10 dagen verschijnen de larven die zich onder de schors in het cambium boren, waar ze slingerende gangetjes maken. Deze gangen kunnen een lengte van 50 cm bereiken, maar dit zigzag gangenpatroon strekt zich niet meer dan 10 – 20 cm in de lengterichting van de stam uit. Twee maanden later dringt de larve in de schors waar ze de winter doorbrengt in een holte, waar ze in het voorjaar ook verpopt. De jonge kever knaagt zich een weg dwars door de schors naar buiten.
Type aantasting:
Een gangenstelsel onder de bast.
Waardplanten:
Populus.
Aangetaste plantendelen:
Cambiale laag van de stam.
Aantastingsbeeld:
Het verdorren en afsterven van de boom.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De larvengangen op populier kunnen mogelijk met de gangen van de cambiummineervlieg, Phytobia cambii, worden verward.
Schade:
Een zware aantasting kan de jonge plant zwaar beschadigen en doen afsterven. De soort tast voornamelijk jonge bomen aan die verzwakt zijn door een plantschok (na verplanten).
Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort komt niet in Nederland voor.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.