Nederlandse naam: Aziatische essenprachtkever
Wetenschappelijke naam: Agrilus planipennis
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Aziatische essenprachtkever
Taxonomische indeling: Coleoptera: Buprestidae
Beschrijving en levenscyclus:
Adult:
De volwassen kevers zijn 8-15 mm lang met een smal, langwerpig lichaam en stompe kop met grote ogen. Ze hebben een goudgroene tot blauwgroene glanzende metaalkleur.
Ei:
De eieren zijn ovaal van vorm, 1-1,2 mm lang en 0,3-0,6 mm breed en lichtgeel tot bruin van kleur.
Larve:
De jonge larven zijn circa 0,5 mm lang; volwassen larven zijn 30-36 mm lang. De larven zijn pootloos en hebben een crèmewit lichaam met een bruine kop. Het lichaam is gesegmenteerd. Opvallend zijn de typisch slingerende vraatgangen van de larven net onder de schors. De gangen nemen in lengte en diameter toe naarmate de larven groeien.
Pop:
De poppen zijn 10-17 mm lang en 4-5 mm breed, ze zijn eerst wit later groen.
Levenswijze:
De eerste kevers verschijnen in mei-juni en vreten van het essenblad alvorens te paren. De vrouwtjes leggen 60 tot 90 eieren die in schorsspleten worden afgezet. De eieren komen uit in juli-augustus. De larven vreten lange slingerende gangen in het cambium waardoor de sapstroom stagneert en de bladeren verwelken. In oktober-november knagen de volgroeide larven een kamer in de schors waarin ze overwinteren. De verpopping is in april-mei, de nieuwe kevers verlaten de boom via een D-vormige openingen. De kevers kunnen goed vliegen.
Type aantasting:
Lange slingerende larvengangen onder de schors van de stam.
Waardplanten:
In het oorspronkelijke Aziatische areaal ontwikkelen de larven van de Aziatische essenprachtkever zich in de stam van de daar diverse inheemse essen: Fraxinus chinensis, F. mandshurica en F. rhynchophylla, en de daar geïntroduceerde F. americana, F. velutina en F. pennsylvanica. Daarnaast is in Japan de essenprachtkever ook bekend van Juglans mandshurica, Pterocarya rhoifolia en Ulmus davidiana. In Noord-Amerika werd de soort tot nu toe alleen vastgesteld bij de daar inheemse essen: Fraxinus pennsylvanica, F. americana, F. nigra en F. quadrangulata.
In 2002 werd de Aziatische essenprachtkever (Emerald ashborer) voor het eerst waargenomen in Noord-Amerika. Inmiddels komt de soort voor in minstens 35 staten van de VS en vijf provincies in Canada. De explosieve ontwikkeling van A. planipennis in Noord-Amerika is deels te verklaren door het ontbreken van natuurlijke vijanden. Direct na de ontdekking van A. planipennis in Noord-Amerika, werd het aantal dode en stervende essen op 5 tot 7 miljoen geschat. In 2007 was dat al opgelopen tot 20 miljoen. Tot 2024 zouden er totaal al enkele honderden miljoenen essen zijn afgestorven in straten, parken en bossen. In het oorspronkelijke areaal in Oost-Azië treedt de essenprachtkever nauwelijks plaagvormend op. De plaag in de VS wordt verklaard door het ontbreken van natuurlijke vijanden zoals bepaalde sluipwespen. Daarnaast zouden de Amerikaanse essensoorten ook gevoeliger kunnen zijn
In 2007 werd de Aziatische essenbastkever gerapporteerd in straatbomen in Moskou bij de daar veelvuldig aangeplante Noord-Amerikaanse Fraxinus pennsylvanica. In Moskou zijn ook kleine aantallen van de gewone es F. excelsior aanwezig, daarvan is tenminste één aangetast exemplaar bekend. Sindsdien heeft de essenprachtkever zich verspreid naar minstens zestien regio’s in het Europese deel van Rusland en Oekraïne. In 2020 is de kever ook in Sint Petersburg vastgesteld. In de EU is de soort (nog) niet waargenomen. De verwachting is dat introductie en vestiging van de Aziatische essenprachtkever hier enorme gevolgen zal hebben voor de gewone es Fraxinus excelsior.
Aangetaste plantendelen:
stam
Aantastingsbeeld:
De larve vreet lange slingerende gangen in het cambium van de stam. De sapstroom raakt hierdoor verstoord, het blad verdort en de aangetaste bomen sterven uiteindelijk. De kever verlaat de boom via D-vormige uitvlieggaatjes.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De larvengangen lijken sterk op die van de eikenprachtkever en de perenprachtkever, maar die komen niet voor op es. Alleen de vraatsporen van de zwarte essenbastkever Hylesinus crenatus komen qua afmeting in de buurt van de essenbastkever, maar deze kever maakt een heel ander vraatbeeld met een horizontale moedergang met de daarop loodrechte larvengangen. Verder zijn de uitvliegopeningen nooit D-vormig maar rond.
Schade:
De Aziatische essenprachtkever is (nog) niet in Nederland aanwezig maar oplettendheid is geboden.
Bestrijding:
De Aziatische essenprachtkever Agrilus planipennis komt nog niet voor in de EU, maar is wel aangewezen als quarantaine-organisme, omdat introductie en vestiging van de soort grote nadelige gevolgen zal hebben. De gewone es zal dan waarschijnlijk uit Nederland verdwijnen. Het voorkómen van introductie en vestiging is daarom van groot belang. Aangetaste bomen sterven vijf tot zeven jaar na de besmetting. Verzwakte bomen of kleine bomen kunnen echter al binnen één tot twee jaar doodgaan. Veel essen in Nederland zijn verzwakt door de essentaksterfte waardoor deze extra gevoelig zijn voor aantasting door de kever.
Naast de ecologische gevolgen, zal de vestiging van Aziatische essenprachtkever ook grote economische gevolgen hebben. Zoals het afvoeren van dode bomen en de kosten voor het planten van andere bomen.
Om vestiging van de soort te voorkomen, gelden in de EU strenge regels voor de import van waardplanten van de Aziatische essenprachtkever. Maar het is waarschijnlijker dat de kever zich vanuit Oost-Europa op natuurlijke wijze verder verspreidt. De kevers zijn goede vliegers die zich per jaar zo’n 10 km verder kunnen verspreiden. Daarnaast kunnen de larven via geveld (brand)hout over grote afstanden worden versleept. Verder kan de kever ‘meeliften’ op voertuigen, recreanten en toeristen. Het is lastig om deze wijze van verspreiding te voorkomen, aangezien de kans op tijdige detectie klein is. Een uitroeiingspoging vereist een grootschalige kaalkap van alle mogelijke waardplanten, waarschijnlijk zal het gaan om het verwijderen van bomen met een straal van minimaal 100 meter rondom een besmette boom. Omdat de soort zich in Europees Rusland heeft gevestigd moeten we rekening houden met een mogelijke natuurlijke verspreiding naar Europa, ook in Nederland. Daarnaast zou de soort zich ook nog via handelsgoederen vanuit de VS naar Europa kunnen verspreiden.
Waarnemingen Voor deze soort geldt dat een waarneming gemeld moet worden aan de NVWA (via info@nvwa.nl of T: 0900-0388)