Wetenschappelijke naam: Brachyderes incanus
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Grijze dennensnuitkever
Taxonomische indeling: Coleoptera: Curculionidae
Beschrijving en levenscyclus:
Curculionidae is een grote en belangrijke familie van de snuitkevers. Alle soorten zijn goed te herkennen aan de min of meer snuitvormig verlengde kop (snuit – rostrum), met de kaken aan het uiteinde. Hun antennen zijn vaak geknikt met een extra lang eerste segment. Sommige soorten hebben vergroeide hoornachtige dekschilden. De larven zijn cilindervormig en pootloos. Ze bewegen zich traag met behulp van kruipknobbels. Veel soorten leven in zaden, hout of plantenwortels, sommige maken gallen. Terwijl de larven bijna uitsluitend in het plantenweefsel leven, vreten de kevers de planten meestal aan de buitenzijde aan. Verscheidene soorten zijn belangrijke plaaginsecten.
Adult: De kever is 8 – 11 mm lang. Zijn dekschilden zijn grijsbruin, bedekt met koperkleurige schubben en in de lengte gepunteerd. De snuit is kort.
Ei: De eitjes worden in groepen van 30 – 125 stuks in de grond gelegd. Het ei-stadium duurt twee tot zes weken.
Larve: De larve is wit, pootloos, met bruine kop. Het lichaam is kort behaard.
De in het strooisel overwinterende kevers, die niet kunnen vliegen, komen in april te voorschijn. Na enige vreterij worden omstreeks mei de eitjes in de grond gelegd. De jonge larfjes eten fijne wortels van coniferen, maar ook van heide. De larve verpopt in juli. In augustus verschijnen de jonge kevers die zich met de naalden voeden. Ze komen slechts in beplantingen voor waarvan de bodem door de zon wordt beschenen, dus in kwekerijen en in jonge niet gesloten beplantingen.
Type aantasting:
Naaldvraat door de kevers en wortelvraat door de larven.
Waardplanten:
Een aantal naaldboomsoorten, voornamelijk Pinus, Pseudotsuga en Larix.
Aangetaste plantendelen:
Naalden en wortels.
Aantastingsbeeld:
Door de kever worden ‘s nachts van de rand van de naalden halfcirkelvormige stukjes weggevreten, waarna harsdruppeltjes verschijnen waardoor de jonge beplantingen vrij sterk naar hars ruiken. Bij ernstige aantasting verkleurt de naald bruin. De larven vreten de worteltjes van genoemde coniferen.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting met het halfcirkelvormige vraatbeeld aan de naalden is vrij specifiek. Toch kan de soort verward worden met de dennenknopsnuitkever, Strophosomus spp.
Schade:
In kwekerijen kunnen de larven zeer schadelijk worden. Een aantasting bij de grove den, Pinus sylvestris wordt meestal gevolgd door een aantasting van de dennenlotrups, Rhyaciona buoliana.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een in Nederland veel voorkomende snuitkever.
Bestrijding:
De jonge beplantingen in dicht plantverband laten opgroeien.