Wetenschappelijke naam: Cephalcia lariciphila
Synoniemen: C. alpina, C. annulata
Nederlandse naam: Lariksspinselbladwesp
Taxonomische indeling: Hymenoptera: Pamphiliidae
Beschrijving en levenscyclus:
Spinselbladwespen (Pamphiliidae) zijn zeer levendige insecten met een lengte van 7 tot 15 mm. Hun achterlijf is breed en afgeplat. Hun lange antennen bestaan uit 14 tot 36 leden. De larven, die in ijle spinsels leven, hebben geen buikpoten. De kop draagt verhoudingsgewijs lange, achtledige antennen. Onregelmatige opeenvolging van de generaties als gevolg van een rustperiode die één tot drie jaar kan duren (overliggen).
Adult: tot 11 mm lang. De grondkleur is zwart. Het achterlijf is bij mannetjes geel, bij vrouwtjes zwart met gele zijkanten.
Larve: tot 20 mm lang. Het lichaam is grijsgroen tot roodbruin gekleurd, met donkere kop. Het laatste lichaamssegment is voorzien van een paar op antennen gelijkende aanhangsels. De soort heeft geen buikpoten.
De bladwespen vliegen in mei en juni. De eitjes (20 – 25 stuks) worden op de naalden van de kortloten afgezet, meestal slechts één per naald. Na ongeveer 14 dagen verschijnt de larve die naar de basis van het kortlot kruipt, er een vrij dicht spinseltje vervaardigt en de naald aan de basis afknaagt. Deze wordt hierna in het spinsel getrokken en daar opgevreten. Na 3 – 5 weken zijn de larven volwassen. In augustus – september laten ze zich op de grond vallen, dringen onder het strooisel 2 – 5 cm in de minerale grond en om daar te overwinteren. In maart – april vindt de verpopping plaats, maar de larve kan ook één of meerdere jaren ‘overliggen’.
Type aantasting:
Naaldvraat.
Waardplanten:
Larix.
Aangetaste plantendelen:
Naalden.
Aantastingsbeeld:
Naalden afgevreten; twijgen omgeven door ijl spinsel, waaronder de larven zitten. De naalden van langloten worden pas gevreten wanneer alle kortloten zijn afgevreten.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting is specifiek.
Schade:
De soort kan aanwasverliezen veroorzaken.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In de jaren veertig kwam de soort in Nederland massaal voor.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.