Wetenschappelijke naam: Chaitophorus populeti
Synoniemen: Ch. affinis, Ch. betulinus
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Hemiptera: Chaitophoridae
Beschrijving en levenscyclus:
Chaitophoridae is een familie van de middelgrote tot grote luizen. Hun romp en poten zijn gewoonlijk met lange haren bezet. De twee horentjes (siphunculi) aan het uiteinde van het achterlijf lijken poreus of stomp en het achtereind (cauda) lijkt op een knobbeltje of is afgerond. De uiteinden van de voelsprieten zijn gewoonlijk lang.
Adult: de luis is 1,5 – 2,9 mm lang. Ongevleugelde exemplaren zijn ovaal, glimmend donker groen tot zwart. Hun antennen en poten zijn groen tot zwart. Gevleugelde exemplaren hebben aan de bovenzijde van het achterlijf brede bruine overdwars lopende banden.
Zowel gevleugelde als ongevleugelde exemplaren verschijnen in de late herfst: oktober – november. De larven komen in het voorjaar uit de wintereitjes tevoorschijn. Deze soort leeft in kolonies, dikwijls in grote dichtheden aan het uiteinde van een scheut, op bladstelen van bladeren, zelden aan de binnenkant van terminale bladeren.
Type aantasting:
Zuigen aan jonge scheuten en terminale bladeren.
Waardplanten:
Populus.
Aangetaste plantendelen:
Jonge scheuten en terminale bladeren.
Aantastingsbeeld:
De luizen zitten in kolonies aan scheuten en bladstelen te zuigen.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De soort kan moeilijk met andere soorten op Populus worden verward.
Schade:
Een weinig schadelijke soort.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort heeft een buitengewoon grote verspreiding binnen het palearktische gebied. In Nederland niet aanwezig.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.