Nederlandse naam:
Roestziekte van fijnspar
Wetenschappelijke naam:
Chrysomyxa abietes

Wetenschappelijke naam: Chrysomyxa abietes
Synoniemen: —
Nederlandse naam: Roestziekte van fijnspar
Taxonomische indeling: Basidiomycetes; Uredinales

Beschrijving en levenscyclus:
De ziekte kenmerkt zich door het ontstaan van kleine gele vlekjes op de naalden die tegen het einde van de winter oranjebruin worden. Na een jaar worden op deze naalden langwerpige, enkele millimeters grote, goudkleurige vruchtlichamen (teliën) gevormd, waaruit basidiosporen vrijkomen die zorgen voor de verspreiding van de infectie. De schimmel overwintert in de aangetaste naalden en kent in Nederland geen wisseling van waardplant en de vorming van geslachtelijke sporen. Dit in tegenstelling tot een verwante roestsoort (Chrysomyxa rhododendri) die in het Alpengebied voorkomt en de Alpenroos als tussenwaardplant heeft, of de soorten C. empetri en C. ledi die voorkomen in gebieden waar respectievelijk Empetrum nigrum en Ledum palustre van nature groeien.

Type aantasting:
Roestziekte.

Waardplanten:
Het geslacht Picea, met name Picea abies maar, afhankelijk van de soort roestschimmel, soms ook Picea sitchensis.

Aangetaste plantendelen:
Naalden.

Aantastingsbeeld:
Op de naalden van de boom bevinden zich gele stippen die in de loop van de winter oranjebruin verkleuren. Als regel treedt voortijdige naaldval op.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Aantasting door diverse andere naaldziekten veroorzaakt door onder andere Rhizosphaera kalkhoffi en Lophodermium piceae.

Schade:
De schade kan bij ernstige aantasting, vooral bij jonge bomen, leiden tot serieus groeiverlies. Bij oudere bomen is de schade doorgaans van minder betekenis.

Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komt de ziekte matig algemeen voor.

Bestrijding:
Teelt: bomen niet te dicht bijeen planten;
Sanitair: in gebieden waar tussenwaardplanten voorkomen, deze verwijderen;
Chemisch: doorgaans niet noodzakelijk, maar in principe mogelijk door een bespuiting in het vroege
voorjaar, kort voor het uitlopen van de bomen.

Aanvullende opmerkingen: