Clytra laeviuscula
Een kever (bladhaantje), die voornamelijk Salix- en Populus-soorten als voedselplant gebruikt en daarnaast nog vele andere loofboomsoorten en struiken. Het schadebeeld ontstaat door het aanvreten van bladeren en jonge twijgen door de kevers. De larvenontwikkeling vindt deels plaats in mierennesten.
De soort komt voor in een groot deel van Europa met uitzondering van het noorden.
Het levenscyclus van deze soort is eenjarig.
Bestrijding van deze soort: geen bijzonderheden bekend.
Adult:
7-11 mm, glanzend zwart. Dekschild roodachtig geel met een punt op de schouder, dwarliggende merkpunten (?!) op dekvleugels breed, naar binnen en buiten nauwelijks verkort; halsschild cyllindrisch, bijna glad (glad of effen??), beide zijden zeer smal en gleufvormig gerand (D:gerandet).
Voedselplanten:
Veel loofboomsoorten en struiken: voornamelijk Salix en Populus, voorts Quercus, Betula, Fraxinus, Ulmus, Corylus e.a.
Schadebeeld:
De kevers vreten aan randen van bladeren en aan bloesem van met name Salix- en Populus-soorten. Jonge kevers voeren hun rijpingsvraat uit aan jonge twijgen. De schade die hierbij ontstaat is gering.
Levenscyclus:
Vrijwel identiek aan C. quadripunctata. De larvenontwikkeling vindt soms gedeeltelijk plaats in mierennesten.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden bekend.