Wetenschappelijke naam: Cytospora chrysosperma
Synoniemen: Cytospora nivea
Valsa sordida
Nederlandse naam: Cytospora kanker van populier
Taxonomische indeling: Deuteromycetes; Coelomycetes
Beschrijving en levenscyclus:
Op de takken van de boom bevinden zich op de bast vele kleine ca. 2 mm grote grijszwarte vruchtlichamen (stromata). Bij vochtig weer ontwikkelen zich hieruit vanaf mei tot september oranjekleurige draden met conidiën. Deze zorgen voor de verspreiding van de ziekte. In de stromata ontwikkelen zich in het najaar eveneens ca. 0,5 mm grote, donkere en flesvormige vruchtlichamen waaruit de ascosporen vrijkomen, maar dit wordt in Nederland zelden aangetroffen. De schimmel overwintert in de aangetaste bast van de boom en de sporen komen vanaf het voorjaar vrij. Infectie vindt plaats via verwondingen zoals littekens van knopschubben en afgevallen bladeren. Na infectie verspreidt de schimmel zich in de bast en het hout waarna op de duur de tak wordt geringd en afsterft. Op grotere takken blijft de aantasting vaak beperkt tot verspreid liggende bastnecrosen. De schimmel komt ook voor als saprofyt op (recentelijk) afgestorven takken. Maar ook komt het voor op de bast van gezonde bomen zonder daar schade aan te richten. Omdat de schimmel een typische zwakteparasiet is en dus alleen bomen aantast die sterk zijn verzwakt (bijvoorbeeld door vorstschade), wordt de schimmelinfectie afgegrendeld en overgroeit de bastlesie wanneer de boom nog voldoende vitaal is.
Type aantasting:
Bastnecrose.
Waardplanten:
Vooral Populus en incidenteel Juglans en Sorbus.
Aangetaste plantendelen:
Stam en takken.
Aantastingsbeeld:
Het meest opvallende verschijnsel is de aanwezigheid op de afgestorven bast van grijszwarte stromata waaruit zich de oranjekleurige sporendraden ontwikkelen. In de kroon bevinden zich doorgaans dunne, afgestorven takken en op de oudere takken weer verspreid liggende plekken met ingezonken bast.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Andere bastziekten zoals Cryptodiaporthe populea en Chalaropsis populi.
Schade:
De schade bestaat uit het sterven van takken van sterk verzwakte bomen en soms totale sterfte van jonge, pas verplante bomen. In Nederland heeft de ziekte tot dusver nauwelijks schade van betekenis veroorzaakt.
Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komt de aantasting matig algemeen voor.
Bestrijding:
Teelt: Zorgen voor optimale groeiplaatsomstandigheden;
Voorkomen van uitdroging van plantmateriaal, waarbij beter zo jong mogelijk materiaal
kan worden gebruikt omdat dit verhoudingsgewijs minder snel uitdroogt dan ouder
materiaal;
Sanitair: —
Chemisch : (in de kwekerij): geen praktische optie. Eventuele bestrijding kan beter gericht zijn op
primaire ziekten die de bomen sterk doet verzwakken.
Aanvullende opmerkingen:
Een soortgelijke ziekte komt ook voor op de wilg (Salix). Deze wordt veroorzaakt door de sterk verwante schimmel Cytospora salicis.
Verwante soorten komen ook voor op naaldbomen. Cytospora friessi kan men aantreffen op de naalden van zilverspar en Cytospora kunzei kan men aantreffen op de twijgen van onder meer fijnspar. Ook dit zijn uitgesproken zwakteparasieten.