Nederlandse naam:
Gleditsiabladmug
Wetenschappelijke naam:
Dasineura gleditschiae

Wetenschappelijke naam: Dasineura gleditchiae
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Gleditsiabladmug
Taxonomische indeling: Diptera: Cecidomyiidae

Beschrijving en levenscyclus:
De Cecidomyiidae (galmugjes) zijn kleine tot zeer kleine insecten met een tengere lichaamsbouw. Ze lijken veel op gewone muggen. Hun lichaamslengte ligt meestal tussen 1 – 4 mm. Ze leggen hun eitjes op of in plantendelen. Hieruit komen larven die later meestal dezelfde kleur hebben als de eitjes. De verschillende soorten kunnen het beste herkend worden aan de gallen waarin de larven leven. Galmuglarven overwinteren grotendeels in de grond waar ze enkele jaren kunnen blijven liggen alvorens te gaan verpoppen. Dit verschijnsel noemt men ‘overliggen’.

Adult: kleine tot zeer kleine insecten met tengere lichaamsbouw. Ze zijn tot circa 3 mm lang. Het mugje is rood van kleur. Zij leven slechts enkele dagen.

Ei: ovaal, rood van kleur, lengte 0,3 mm.

Larve: de larve is 2,5 mm lang, rood van kleur en pootloos. De spitse, driehoekige kop is sterk in het lichaam teruggedrongen. Daarachter volgt een conisch vernauwde hals. De voelsprieten zijn tweedelig en kort.

Pop: er wordt een typische wit- tot geelachtige mummie-pop gevormd, waarbij de kop en de vleugelscheiding meestal donker tot zwart zijn.

De mugjes komen in het voorjaar uit de grond en de gallen tevoorschijn. Hun vliegbereik is beperkt. De volwassen galmug leeft zeer kort, zelden langer dan 3 dagen. Tussen de uitlopende jonge blaadjes worden de eitjes afgezet die binnen een week uitkomen. Op de plaats van de eiafzetting ontstaan bladgallen, waarbinnen de larven aan het weefsel zuigen. Ongeveer drie weken na de eiafzetting kunnen er al nieuwe imago’s verschijnen. De soort brengt 3 – 4 generaties per jaar voort. Bij de laatste generatie overwinteren de poppen in gallen. Daarnaast begeven de volgroeide larven zich ook wel naar de bovenste grondlaag om er te overwinteren.

Type aantasting:
Het zuigen aan bladeren.

Waardplanten:
De soort is gespecialiseerd in Gleditsia triacanthos.

Aangetaste plantendelen:
Bladeren.

Aantastingsbeeld:
Na het uitkomen uit het ei gaan de larven aan de jonge bladeren zuigen. Daardoor ontvouwen de blaadjes zich niet. De beide bladhelften verdikken zich zodanig dat er een “peultje” ontstaat. Op deze wijze worden de bladeren misvormd.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting kan niet verward worden met andere.

Schade:
Als gevolg van de aantasting worden de toppen van de takken en bladeren ontsierd door de grote aantallen peultjes. Jonge bomen kunnen door de steeds terugkomende aantasting in hun groei worden geremd.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
De aantastingen worden in Nederland regelmatig waargenomen.

Bestrijding:
Preventief: de aangetaste delen kunnen worden verwijderd.