Nederlandse naam:
Jeneverbesmot
Wetenschappelijke naam:
Dichomeris marginella

Wetenschappelijke naam: Dichomeris marginella
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Jeneverbesmot
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Gelechiidae

Beschrijving en levenscyclus:
De familie Gelechiidae zijn kleine motjes met trapeziumvormige voorvleugels. Ze kunnen gewoonlijk aan de golvende omtrek van de achtervleugels worden herkend. De larven leven binnen samengesponnen bladeren of naalden, in knoppen of in twijgen.

Adult: vleugelspanwijdte is ongeveer 15 mm. De voorvleugels zijn geelachtig bruin met witte voor- en achterrand. De achtervleugels zijn lichtgrijs met franje aan de achterzijde. Kop en borststuk zijn wit.

Larve: tot 15 mm lang. Zijn kleur is grijsbruin met roodbruine overlangse strepen. Kop, halsschild en poten zijn bruin, bruinachtig zwart tot zwart.

De vlindertjes vliegen vanaf juni tot in augustus. Ze leggen de eitjes gewoonlijk afzonderlijk aan de basis van de naalden of aan de jonge twijgen. Na ongeveer 14 dagen verschijnen de jonge larven (rupsen) die zich direct in naalden boren die daarbij geheel worden uitgevreten. Vervolgens wordt een aantal naalden aan de bovenkant aangevreten; deze naalden worden met een kokertje van spinseldraden, waarin de rupsen verder leven, langs de twijg met elkaar verbonden. In oktober wordt tussen de aldus samengesponnen naalden een dichter spinseltje vervaardigd, waarin de rupsen overwinteren. Reeds vroeg in het voorjaar wordt de vreterij voortgezet, waarbij vaak ook de jeneverbessen worden aangevreten. In mei is de rups volwassen, zodat dan de aantasting het grootst is. In juni en juli heeft de verpopping in het spinselkokertje plaats. De levenscyclus van deze soort is éénjarig.

Type aantasting:
Naaldvraat.

Waardplanten:
De soort is in op Juniperus communis gespecialiseerd. Soms op Cryptomeria. Ook vaak op sierplanten in tuinen en boomkwekerijen.

Aangetaste plantendelen:
Naalden.

Aantastingsbeeld:
Aangevreten en deels uitgeholde bruine naalden met spinseldraden aaneengesponnen; struiken geheel of gedeeltelijk bruin verkleurd.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Juist het voorkomen van spinseldraden maakt de diagnose eenvoudig.

Schade:
De betrekkelijk geringe betekenis van de aantasting, die voornamelijk bestaat uit een tijdelijke ontsiering van de boom, en het grote herstellingsvermogen van de jeneverbes (althans na een eenmalige aantasting), maakt een bestrijding in de meeste gevallen overbodig. Het merkwaardige van de plaag is dat deze na soms nog een enkele maal te zijn herhaald, plotseling verdwijnt en daarna vele jaren achtereen kan uitblijven.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een in Nederland vrij algemene soort.

Bestrijding:
Zodra de aantasting zichtbaar wordt, kunnen de aangetaste plantendelen worden uitgeknipt en verbrand.