Wetenschappelijke naam: Dioryctria sylvestrella
Synoniemen: Dioryctria splendidella
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Pyralidae
Beschrijving en levenscyclus:
Een over heel Europa verspreide vlinder uit de familie van lichtmotten, Pyralidae.
De lichtmotten zijn zeer actieve, kleine, slank gebouwde vlinders met lange poten. Voorvleugels zijn smal driehoekig, met een spanwijdte van 10 tot 45 mm. Achtervleugels zijn breed en afgerond en kunnen in elkaar worden geplooid. De larven (rupsen) hebben 7 of 8 paar poten en vallen op door hun sterke vermogen om spinsels te produceren. Ze leven op verschillende plantendelen zoals bladeren, naalden, schors en vruchten.
Adult: vleugelspanwijdte 14 – 16 mm. Voorvleugel asgrijs met witachtige dwarsbanden. De soort lijkt veel op Dioryctria abietella maar de tekening op de voorvleugel is bij Dioryctria sylvestrella niet zo duidelijk. De binnenrand van de voorvleugel heeft een vaalrode vlek.
Larve: kleurloos of groengrijs tot roze. Gewoonlijk zonder lengtestrepen. Grote, behaarde puntwratten.
De mot vliegt in juli en augustus. Het vrouwtje legt de eitjes op de schors van de waardplant. De larve leeft in onregelmatige gangen die tot in het spinthout reiken. De overwintering vindt in de gang plaats van augustus tot juni. Ze verpopt dan midden in de harsstroom in een popwieg die van een fijn spinsel is voorzien. De jonge mot komt naar buiten door een 3 – 4 mm groot uitvlieggat op het hoogste punt van de harstrechter.
Type aantasting:
Gangenstelsel in stam en takken.
Waardplanten:
Picea, Pinus.
Aangetaste plantendelen:
Stam en takken.
Aantastingsbeeld:
De aantasting is karakteristiek voor deze soort doordat zich op de schors, door de excrementen roodachtig gekleurde, trechtervormige harsplekken vormen.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting is karakteristiek voor Dioryctria sylvestrella.
Schade:
De larven leven voornamelijk in de met hars gevulde wonden bij een takkrans die door schimmels is aangetast maar ook in de door het roodwild veroorzaakte schilwonden. De genezing kan daardoor vertraagd worden.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In Nederland een vrij algemene soort maar aantastingen worden niet veel waargenomen.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.