Nederlandse naam:
Lindenspintmijt
Wetenschappelijke naam:
Eotetranychus tiliarius

Wetenschappelijke naam: Eotetranychus tiliarius
Synoniemen: E. telarius; E. tiliarium
Nederlandse naam: Lindenspintmijt
Taxonomische indeling: Acari: Tetranychidae

Beschrijving en levenscyclus:
Tot de familie van de spintmijten (Tetranychidae), behoren zeer kleine, ovale of elliptische, gele of rode spinachtige diertjes met acht paar slanke pootjes, die vaak onder een spinsel leven; ze zuigen aan bladeren en naalden, die dan geelgrijs verkleuren en verdrogen. Vaak is er een massaal voorkomen.

Adult: 0,4 mm lang. Lichaam is ovaal, geel tot oranjerood. De mijt heeft rode ogen en lange haren op de rug.

Ei: diameter van 0,1 mm. Geelachtig wit en bolvormig.

Larve: de larven hebben drie paar poten.

De volwassen vrouwtjes overwinteren aan de stamvoet. In het voorjaar gaan ze naar de onderzijde van de bladeren van de onderste takken, van waaruit de aantasting doorgaans begint. Door het uitzuigen van de celinhoud ontstaan aan de bovenzijde van het blad lichte vlekken met daaropvolgend stippelgewijs geelbruine verkleuringen. De aantastingsplaatsen worden met een ragfijn spinsel overtrokken, waaronder de mijten leven en zich vermeerderen. Evenals bij de sparrenspintmijt kunnen per jaar vijf tot tien generaties ontstaan. In het najaar gaan de volwassen dieren langs de stam omlaag, waarbij deze wordt bedekt met een zeer fijn en op ijslaagje lijkend spinselvlies.

Type aantasting:
Zuigen aan blad.

Waardplanten:
De soort prefereert Tilia-soorten. Soms worden ook Acer, Alnus, Crataegus en Fraxinus gebruikt.

Aangetaste plantendelen:
Bladeren.

Aantastingsbeeld:
Bladeren verkleuren geel tot lichtbruin. Aangetaste bomen verliezen hun blad in het najaar eerder dan onaangetaste. In de herfst spinnen de mijten een ragfijn grijsachtig vlies om stam en takken. Aangetaste bomen kan men door een algehele bruinverkleuring al op flinke afstand herkennen. Wonderlijk is het, dat nabijstaande bomen soms niet zijn aangetast en mooi groen zijn.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Op linde kan de soort moeilijk met andere aantasters worden verward.

Schade:
Droge jaren met een hoge zomertemperatuur bevorderen de ontwikkeling van deze mijten ten zeerste. Vooral alleenstaande bomen kunnen ernstig worden aangetast. De vervroegde bladval, alsmede het klein blijven van de blad- en bloemknoppen, zal een verzwakking van de boom veroorzaken.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een algemene soort in Nederland.

Bestrijding:
Geen bijzonderheden.