Wetenschappelijke naam: Epinotia fraternana
Synoniemen: E. proximana; Epiblema proximana
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Tortricidae
Beschrijving en levenscyclus:
De bladrollers (Tortricidae) zijn een grote familie van vrij kleine vlindertjes met relatief brede en rechthoekige voorvleugels. De meeste soorten houden de vleugels in rust als een dakje, vele lijken op vogeluitwerpselen of stukjes blad. Achtervleugels zijn meestal grijsachtig bruin. De larve leeft gewoonlijk tussen samengevouwen of opgerolde bladeren (vandaar de naam bladroller), of boort zich in jonge twijgen of vruchten.
Adult: vleugelspanwijdte 11 – 13 mm. Smalvleugelig, grijszwart, duidelijk getekend met zilverkleurig witgrijs. Achtervleugel donkergrijs.
Ei: vlak, ovaal, eerst witachtig groen, later roodachtig. Afmetingen 0,6 x 0,4 mm.
Larve: 6 – 8 mm lang. Lichtgroen; kop en halsschild licht okerbruin.
De vlinder vliegt in de vroege avond van mei tot juli. Het vrouwtje legt haar eitjes afzonderlijk op de bovenzijde van de naalden. De larve leeft van augustus tot mei tussen de naalden die ze mineert en samenspint. Ze verandert vaak van vraatplek. In oktober en november laat ze zich via een spinseldraad op de grond zakken, waar ze een cocon maakt waarin ze overwintert en in het voorjaar verpopt.
Type aantasting:
Naaldvraat.
Waardplanten:
Picea en Abies. Zelden Pinus.
Aangetaste plantendelen:
Naalden.
Aantastingsbeeld:
De larven mineren de naalden. Ze spinnen een aantal naalden samen tot een ‘nest’ waarin zich afgevallen uitgeholde naalden en excrementen bevinden. Gewoonlijk is de aantasting sterker in zeer droge jaren of in gebieden waar hun waardplant niet van nature thuis hoort of.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De soort kan op Picea met Epinotia tedella verward worden.
Schade:
Een massale aantasting kan tot groeiverlies leiden.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In het verleden zijn in Nederland slechts enkele aantastingen op Abies waargenomen.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.