Nederlandse naam:
Biefstukzwam
Wetenschappelijke naam:
Fistulina hepatica

Wetenschappelijke naam: Fistulina hepatica
Synoniemen: —
Nederlandse naam: Biefstukzwam
Taxonomische indeling: Basidiomycetes; Aphyllophorales

Beschrijving en levenscyclus:
Op de schors van de stam en (zwaardere) takken verschijnen crèmekleurige zachte en sappige zwellingen die zich gaandeweg ontwikkelen tot halfronde, tongvormige vruchtlichamen. Soms hebben deze een korte, zijdelings geplaatste steel. De bovenzijde is dan bloedrood en enigszins kleverig en met een oppervlaktestructuur die iets wegheeft van een tong (“ossentong”). Ze verkleurt in een later stadium naar bruinrood met soms wat grote vage donkerbruine vlekken. De onderzijde is geel-roze. Het vruchtvlees is rood van kleur en scheidt bij verwonding een rood vocht uit. De schimmel ontwikkelt zich gedurende de periode augustus-november. Het vruchtlichaam is éénjarig, maar de oude, zwarte vruchtlichamen kunnen tot in het volgende voorjaar in uitgedroogde toestand op de boom aanwezig zijn.
Het vruchtlichaam is 5 tot 30 cm breed en 2 tot 6 cm dik. Ze komen als regel solitair voor, maar soms zijn er twee of meer, gedeeltelijk met elkaar vergroeide, elkaar overlappende exemplaren.
De schimmelsporen infecteren de boom doorgaans via een beschadiging tot op het (kern)hout.
De zwam komt ook voor als saprofyt op (verse) stobben en afgestorven stammen.

Type aantasting:
Houtparasitaire, bruinrot veroorzakende schimmel.

Waardplanten:
Eik (Quercus spp.) en soms tamme kastanje (Castanea sativa), maar ook incidenteel op diverse andere loofboomsoorten zoals es (Fraxinus spp.), beuk (Fagus sylvatica), kers (Prunus spp.), linde (Tilia spp.), walnoot (Juglans regia), wilg (Salix spp.), haagbeuk (Carpinus betulus) en iep (Ulmus spp.).

Aangetaste plantendelen:
Voornamelijk de stamvoet, maar soms ook tot enige meters hoger op de stam en ook in de zwaardere takken.

Aantastingsbeeld:
Aan de buitenzijde van de boom is doorgaans alleen het vruchtlichaam van de schimmel te zien.

Mogelijke verwarring met ander aantastingen:
Geen.

Schade:
De schimmel is een houtparasiet die het hout verzwakt, waardoor aangetaste stammen op den duur gevoelig worden voor windbreuk. De schimmel verspreidt zich echter vrij traag, waardoor de aantasting vrij lokaal blijft en de zwam jaren achtereen op de boom aanwezig kan zijn zonder nadelige gevolgen.

Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komt de aantasting, vooral bij de eik, vrij algemeen voor.

Bestrijding:
Teelt: De schimmel zélf kan moeilijk worden bestreden, maar de kans op infectie kan worden
verkleind door de boom gezond te houden en schade aan de stam en stamvoet te
voorkomen.
Sanitair: Geen praktische optie.
Chemisch: In de praktijk niet van toepassing.

Aanvullende opmerkingen:
De Biefstukzwam veroorzaakt een bruinrot dat een kubisch patroon van inscheuringen vertoont, maar
lange tijd hard blijft en niet zacht en kruimelig wordt zoals bijvoorbeeld bij aantasting door de Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus). Pas in een later stadium van aantasting wordt het hout bros.