Wetenschappelijke naam: Gypsonoma aceriana
Synoniemen: Semasia aceriana
Nederlandse naam: Populierenscheutboorder
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Tortricidae
Beschrijving en levenscyclus:
De bladrollers (Tortricidae) zijn een grote talrijke familie van vrij kleine vlindertjes met relatief brede en rechthoekige voorvleugels. De meeste soorten houden de vleugels in rust als een dakje, vele lijken op vogeluitwerpselen of stukjes blad. Achtervleugels zijn meestal grijsachtig bruin. De larve leeft gewoonlijk tussen samengevouwen of opgerolde bladeren (vandaar de naam bladroller), of boort zich in jonge twijgen of vruchten.
Adult: vleugelspanwijdte 14 mm; voorvleugels zijn lichtbruin met donkerbruin basaal deel.
Larve: 8 – 10 mm lang; geelbruin; kop, halsschild en poten donkerbruin.
De vlindertjes vliegen in juni en juli en leggen hun eitjes afzonderlijk op de bladeren. Vanaf augustus worden de rupsjes opgemerkt in gangetjes, die ze hebben gemaakt in bladnerven, bladstelen, of in topscheuten. Omstreeks oktober vervaardigen ze een spinseltje aan de basis van een knop. In april en mei worden de knoppen, waarbij ze hebben overwinterd, uitgevreten. Daarna boort de rups zich in het zich ontwikkelende lot. Blijft zo’n lot klein, dan wordt ook het lot van het voorgaande jaar (met gering regeneratievermogen) uitgehold. Aan de scheuten hangen kommavormige spinseltjes, beplakt met daarin bruine excrementen een ca.1 cm lang (excrementenzakje). In mei vindt de verpopping plaats in de grond binnen een cocon van aarde.
Type aantasting:
Vraat aan knoppen en loten.
Waardplanten:
Populus.
Aangetaste plantendelen:
Knoppen en loten.
Aantastingsbeeld:
Aangevreten knoppen; verwelken en verdrogen van ontluikende knoppen en scheuten; uitgeholde loten, waaraan kommavormige bruine excrementenzakjes. Vorming van dubbele scheuten en waterloten.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting is specifiek.
Schade:
Aantastingen van betekenis kunnen slechts ontstaan indien de vitaliteit van de populier niet optimaal is; dit betekent dat eenmaal aangetaste bomen opnieuw en in steeds toenemende mate kunnen worden aangetast. Als gevolg hiervan ontstaan dubbele toppen en vorming van een groot aantal waterloten. Als regel blijven plagen van dit insect achterwege in beplantingen op de juiste groeiplaatsen.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In Nederland een algemeen voorkomende soort.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.