Symptomen:
De symptomen van herbicidenschade komen in eerste instantie tot uitdrukking in het blad en zijn afhankelijk van het type herbicide dat is toegepast. Ruwweg wordt onderscheidt gemaakt in de contactherbiciden (die door het blad worden opgenomen en lokaal symptomen geven) en systemische herbiciden (die door het blad of de wortels worden opgenomen en zich eerst in de plant verspreiden alvorens symptomen te veroorzaken.
Bij contactherbiciden ontstaan op de bladeren onregelmatige, scherp begrensde, fel gele vlekken, die zich gaandeweg over het blad uitbreiden dat vervolgens verdort.
Bij systemische herbiciden zet zich vanuit de nerven een bladvergeling in (bij naaldbomen vanaf de naaldbasis) die zich geleidelijk naar de randen toe uitbreidt, waarbij het blad gaandeweg verdort.
Bij beide typen herbicidenschade blijft het blad nog lang in verdorde toestand aan de boom hangen.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Geen.
Schade:
Herbicidenschade kan in ernstige gevallen leiden tot de dood van de boom. Vaak is dit reeds af te leiden uit de afwezigheid van knopvorming voor het daarop volgende jaar. In minder ernstige gevallen, waarbij het middel in nog niet dodelijke concentraties is opgenomen kan herstel optreden maar, afhankelijk van het middel en de dosering treedt vaak ernstige groeivertraging op en, bij gedeeltelijk afsterven van de kroon, jarenlange vermindering van de sierwaarde. Soms wordt de hormonale huishouding van de boom verstoord waardoor een grote hoeveelheid slapende knoppen in één keer uitloopt met een gedrongen ‘bloemkoolachtige’ structuur.
Voorwaarden voor het optreden van de aantasting:
Herbicidenschade ontstaat door ondeskundig gebruik van het middel dan wel onbedoeld contact van het middel met delen van de boom. In het stedelijk gebied treedt het doorgaans op wanneer onkruidbestrijding wordt uitgevoerd op verhardingen boven de wortelprojectie. Doordat er direct onder en in de voegen vaak een fijn verdicht wortelstelsel aanwezig is, komt de boom snel in aanraking met relatief hoge concentraties van het middel. De mate waarin en snelheid waarmee schade is te verwachten hangt behalve van de concentratie van het middel onder meer af van het tijdstip van toediening c.q. de activiteit van de boom en de omgevingstemperatuur.
Diagnose:
Aan de hand van de specifieke bladsymptomen is vrij snel vast te stellen dát er sprake is van herbicidenschade. De diagnose om welk middel het exact gaat is vaak lastig, ook voor experts, vanwege het grote scala aan middelen dat voorhanden is en min of meer vergelijkbare symptomen geeft. Wanneer men een idee heeft in welke richting men het moet zoeken kan in sommige gevallen een chemische bladanalyse uitsluitsel geven. Dit is echter ook afhankelijk van de ‘ouderdom’ van de schade.
Bestrijding:
Herbicidenschade kan niet worden bestreden, maar het kan wél worden voorkomen, onder meer door een ‘gepast’ gebruik van herbiciden, waarbij de vraag óf in alle gevallen onkruidbestrijding ofwel chemische onkruidbestrijding noodzakelijk is een belangrijke rol speelt. Bij onbedoeld contact van onderdelen van de boom met een herbicide kan het optreden van schade worden beperkt of zelfs voorkomen door het zo snel mogelijk uitsnoeien van de geraakte delen. Dit geldt met name voor de systemische herbiciden.
Aanvullende opmerkingen:
Bij stobbenbehandeling van bomen met herbiciden kot het wel eens voor dat de buurbomen voor herbicidenschade kenmerkende symptomen gaan vertonen en zelfs schade ondervinden. De oorzaak daarvan is dat systemische herbiciden zich via wortelcontacten van de ene boom naar de andere kunnen verspreiden. Alvorens stobbenbehandeling toe te passen zal men de kans hierop dus per geval moeten beoordelen.