Wetenschappelijke naam: Janus compressus
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Perenscheutwesp
Taxonomische indeling: Hymenoptera: Cephidae
Beschrijving en levenscyclus:
De familie van halmwespen (Cephidae) wordt gekenmerkt door langzaam vliegende insecten met tamelijk slanke, rolronde, zijdelings afgeplatte lichamen. Hun antennen zijn lang en draadvormig. De larven van deze familie boren in stengels. De wespen zijn klein: de grootste soort is ongeveer 2 cm lang.
Adult: 6 – 9 mm lang. Achterlijf is geelbruin tot roodbruin met zwarte basis. Bij het vrouwtje is ook het achterlijfsuiteinde zwart.
De wesp vliegt in mei – juni. Het vrouwtje prikt de scheut op circa 20 plaatsen spiraalvormig aan en legt daar haar eitjes. In het merg van de afstervende scheut ontwikkelt zich de larve die daar een 15 cm lange, naar beneden gerichte gang vreet. De larve overwintert in deze gang. Ook de verpopping vindt daar in het volgend voorjaar plaats.
Type aantasting:
Het boren van gangen in twijgen.
Waardplanten:
Pyrus.
Aangetaste plantendelen:
Twijgen en stengels.
Aantastingsbeeld:
Door het aanprikken van de scheut verwelkt de top en sterft deze geleidelijk af.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting kan mogelijk (met name in mei en juni) met bacterievuur worden verward!
Schade:
Van weinig betekenis.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort is in Nederland voor het eerst in 1989 gevonden.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.