Nederlandse naam:
Schot van grove den
Wetenschappelijke naam:
Lophodermium seditiosum

Wetenschappelijke naam: Lophodermium seditiosum
Synoniemen: —
Nederlandse naam: Schot van grove den
Taxonomische indeling: Ascomycetes; Rhytismatales

Beschrijving en levenscyclus:
De ziekte kenmerkt zich door het geleidelijk vergelen en verdorren van de naalden, waarbij er per naald in het begin vaak scherp afgegrensde vergelingspatronen waarneembaar zijn. Op de afgestorven naalden verschijnen 1-2 mm lange, ovale tot puntig ovale vruchtlichamen (hysterothecia) die in de maanden juli en augustus over het midden openbarsten, waarbij de ascosporen vrijkomen. Deze zorgen voor de verspreiding van de ziekte. Soms vormen zich onder de epidermis, vóór het verschijnen van de hysterothecia ook kleine zwarte, ca. 0,5 mm grote sporenhoopjes (pycniden) waarin microconidiën worden gevormd, maar deze dragen, voor zover bekend, niet of nauwelijks bij aan de verspreiding van de ziekte. Infectie vindt plaats via de huidmondjes. De schimmel overwintert in de in het najaar geïnfecteerde naalden van de boom en in de vruchtlichamen in de afgevallen naalden.

Type aantasting:
Bladvlekkenziekte.

Waardplanten:
Het geslacht Pinus, met name Pinus sylvestris.

Aangetaste plantendelen:
Naalden.

Aantastingsbeeld:
In april/mei worden de in het voorgaande jaar gevormde naalden vrij snel bruin en vallen af. Op de verbruinde naalden is doorgaans een afwisselend patroon van lichte en donkere vlekken waarneembaar. In de loop van de zomer zijn op de naalden donkerbruine, 1-2 mm grote, koffieboonvormige vruchtlichamen waarneembaar. In de loop van de (na)zomer verschijnen op de naalden verspreid liggende kleine ronde gele vlekjes die zich geleidelijk uitbreiden.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
– Diverse andere naaldvlekken- en naaldverbruiningsziektes;
– Vorstschade;
– Droogte.

Schade:
De schade kan groot zijn, vooral bij jonge planten op kwekerijen en in jonge opstanden, die bij herhaaldelijke aantasting zwaar groeiverlies kunnen vertonen en soms geheel kunnen afsterven, bijvoorbeeld na twee opeenvolgende natte zomers waardoor de epidemie is geïntensiveerd. De gevoeligheid voor de ziekte neemt af naarmate de bomen ouder worden. Oudere bomen ondervinden geen schade van betekenis.

Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komt de ziekte zeer algemeen voor.

Bestrijding:
Teelt: Bomen niet te dicht bijeen planten;
Gebruik van minder gevoelige herkomsten;
Zorgen voor optimale groeiplaatscondities.
Sanitair: —
Chemisch: Op de kwekerij d.m.v. regelmatig uitgevoerde bespuitingen vanaf juli.

Aanvullende opmerkingen:
Schotaantastingen treden vooral op in beplantingen met een minder goede conditie, door onder andere slechte groeiplaatsfactoren of sterk fluctuerende temperaturen in de wintermaanden. Naast Lophodermium seditiosum worden ook vaak andere naaldziekten die op Lophodermium seditiosum lijken aangetroffen zoals Naemacyclus niveus en Lophodermium pinastri. Deze spelen echter een ondergeschikte rol. De laatste werd in het verleden beschouwd als primaire oorzaak, maar inmiddels is bekend dat dit een secundaire aantasting die alleen voorkomt op de reeds afstervende naalden.