Wetenschappelijke naam: Marssonina juglandis.
Synoniemen: Marsoniella juglandis
Gnomonia leptostyla
Nederlandse naam: Bladvlekkenziekte van Walnoot
Taxonomische indeling: Ascomycetes; Coelomycetes
Beschrijving en levenscyclus:
De ziekte kenmerkt zich door de aanwezigheid van een grote hoeveelheid donkerbruine vlekken van uiteenlopende grootte op de bladeren en bolsters van de vruchten. In het voorjaar worden in het voorafgaande jaar afgevallen blad geslachtelijke vruchtlichamen (perithecia) gevormd, waaruit de ascosporen vrijkomen die vervolgens het uitgelopen blad infecteren. In de epidermis worden ongeslachtelijke vruchtlichamen (acervuli) gevormd waarin conidiën worden gevormd. Bij de ontwikkeling daarvan worden, door het opdrukken van de cuticula, kleine blaasjes gevormd die uiteindelijk openbarsten, waarbij de conidiën vrijkomen. Deze zorgen voor (her)infectie en verdere verspreiding van de ziekte.
De slagingskans van infectie is afhankelijk van de vochtigheid en temperatuur van de omgeving en dit maakt dat in bepaalde jaren de ziekte zeer hevig kan zijn en in andere jaren slechts zeer matig de kop opsteekt.
Type aantasting:
Bladvlekkenziekte.
Waardplanten:
Walnoot (Juglans regia).
Aangetaste plantendelen:
Bladeren en vruchten.
Aantastingsbeeld:
In de loop van het groeiseizoen ontstaan op de bladeren en bolsters van de vruchten kleine bruine tot zwarte vlekken die geleidelijk in aantal toenemen. Bij ernstige aantasting sluiten de vlekken zich aaneen waardoor het blad geheel verkleurt van geel tot bruin en vroegtijdig afvalt. Bij ernstige aantasting kan de boom al in de loop van de zomer aanmerkelijk ontbladerd zijn.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
—
Schade:
De voornaamste schade bestaat uit een vermindering van de sierwaarde van de boom en vermindering van de groei en productie (vooral van de noten). Aangetaste groene noten worden zwart en verliezen hun waarde.
Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komt de aantasting algemeen voor.
Bestrijding:
Teelt: Bomen op ruime plantafstand planten.
Sanitair: Opruimen van afgevallen blad.
Chemisch: (Op de kwekerij, bij jonge planten) preventieve bespuitingen vanaf het begin van het
uitlopen van de knoppen. Bij langdurige perioden van droogte kunnen deze bespuitingen
achterwege worden gelaten.
Aanvullende opmerkingen:
—