Nederlandse naam:
Matsucoccus feytaudi
Wetenschappelijke naam:
Matsucoccus feytaudi

Wetenschappelijke naam: Matsucoccus feytaudi
Synoniemen: –
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Hemiptera: Margarodidae

Beschrijving en levenscyclus:
De soort is omstreeks 1970 voor het eerst in Zuid-Europa (Frankrijk), en later ook in Italië gesignaleerd. Sindsdien is het insect een serieuze plaag van P. pinaster geworden.
De schildluizen zijn zeer ongewone insecten; de vrouwtjes zijn zelfs nauwelijks als insecten te herkennen, want ze zijn ongevleugeld en vaak pootloos. Ook de antennen zijn sterk gereduceerd. Deze vrouwtjes zijn door middel van hun zuigsnuit (rostrum) bewegingsloos aan de waardplant vastgehecht. De zuigsnuit is zo ongeveer het enige uiterlijke kenmerk, waaraan deze dieren als insecten zijn te herkennen. De dieren zijn bedekt met een harde of wasachtige schaal of met een massa wasachtige draadjes. De adulten zuigen aan naalden en jonge twijgen. De vrouwelijke schildluizen komen vaak in zulke grote aantallen voor, dat de bomen waarop ze zitten, gedood worden.

Adult: Het lichaam van het vrouwtje is enkele millimeters lang, bruin, ovaal, zacht en rimpelig. De poten zijn tweedelig.

Ei: De eitjes worden tussen januari en juni onder wat losse witte waswol gelegd.

Larve: De larven komen uit tussen februari en oktober.

De volwassen schildluizen zijn van januari tot begin mei aanwezig. Het vrouwtje legt iets later haar eitjes in een los en golvend eizak. De gevleugelde mannetjes voltooien hun ontwikkeling in een cocon van was. De vermeerdering van de soort vindt uitsluitend geslachtelijk plaats. Ook de vrouwtjes vermenigvuldigen zich niet ongeslachtelijk (parthenogenetisch). De soort breidt zich daarom betrekkelijk langzaam uit. Een mannetje paart slechts met één vrouwtje (monogamie). Tijdens de hoge temperaturen in juli en augustus stopt de larve met zijn ontwikkeling. Vanaf september gaat zijn ontwikkeling weer gewoon door. Verpopping van mannetjes vindt plaats tussen december en april. De soort kan vooral gevaarlijk zijn omdat hij (ook) gezonde bomen kan aantasten. De levenscyclus van deze soort is éénjarig.

Type aantasting:
Het zuigen aan naalden.

Waardplanten:
Pinus pinaster (Pinus maritima).

Aangetaste plantendelen:
Naalden.

Aantastingsbeeld:
Door het zuigen vergelen en verdorren de naalden.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:

Schade:
Bij een sterke aantasting zullen de bomen een groeivertraging oplopen. De naalden vergelen en verdorren en blijven korter dan normaal.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort komt in Nederland niet voor.

Bestrijding:
Er zijn reeds meldingen gemaakt over een aantal natuurlijke vijanden van deze voor Europa nieuwe soort.