Wetenschappelijke naam: Microtus arvalis
Synoniemen: Microtus orcadensis, M. sarnius
Nederlandse naam: Veldmuis
Taxonomische indeling: Arvicolidae
Beschrijving en levenscyclus:
Lengte 95 – 125 mm; staart 30 – 45 mm; gewicht 14 – 51 g. Kleiner en lichter dan de aardmuis (Microtus agrestis). Maakt een kortharige, gladde indruk. De staart is vrijwel eenkleurig.
Vooral in de avondschemering actief; loopt met de buik over de grond, snel en dikwijls stilstaand. Springt weinig. Zwemt vrijwillig. Leeft gezellig, maar weinig sociaal. Maakt zijn gangen vrij dicht onder de oppervlakte met nest- en voorraadkamers en vluchtholen.
Biotoop:
Kort grasland, weiland, akkerland, boomgaarden, wegbermen en dijken.
Type aantasting:
Bast- en wortelvraat.
Waardplanten:
Loofhout.
Aangetaste plantendelen:
Stammen en wortels van jonge loofbomen.
Aantastingsbeeld:
Beschadiging van de boombast tot ca. 15 cm boven het maaiveld en wortels.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting lijkt veel op die van andere muizensoorten zoals de bosmuis, Microtus agrestis, de bosmuis, Apodemus sylvaticus, de rosse woelmuis, Clethrionomys glareolus en de woelrat, Arvicola terrestris.
Schade:
Aanvreten van jonge boompjes (vooral loofhout) in beplantingen, beschadiging van bast en wortels.
Neemt in sommige jaren tot ‘plaag’ toe.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort is in Nederland zeer algemeen.
Bestrijding:
Ongeschikt maken van hun biotoop, ploegen vóór de herbebossing, toepassen boombeschermers e.d.