Nederlandse naam:
Nematus tibialis
Wetenschappelijke naam:
Nematus tibialis

Wetenschappelijke naam: Nematus tibialis
Synoniemen: –
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Hymenoptera: Tenthredinidae

Beschrijving en levenscyclus:
Een bladwesp, die uit Noord-Amerika naar Europa kwam en hier thans zeer verspreid is. De soort behoort tot de familie van Tenthredinidae.
Een zeer talrijke familie waarvan er enkele soorten op vruchtbomen en bessenstruiken leven en daar vooral als larve schadelijk kunnen zijn.
De bladwespen zijn kleine tot middelgrote insecten tussen 6 – 15 mm lang. Hun antennen zijn draadvormig (ook bij mannetjes) en bestaan meestal uit 9 segmenten. De larven, met 10 of 11 paar poten, leven vaak in groepen deels op loofhout, deels op naaldhout. Vele soorten heffen het achterlijf op en ‘wuiven’ ermee als ze verstoord worden. Kenmerkend is ook dat de vrouwtjes met behulp van een zaagvormige legboor (ovipositor) eieren in het plantenweefsel deponeren.

Adult: de volwassen wesp is 6 – 7 mm lang. Het lichaam is geel, aan de bovenzijde zwart gemarkeerd. De voelsprieten zijn ook zwart en lang, evenals de achterste poten (tibiae) en voeten (tarsi). De rest van de poten is geel.

Larve: de larve is tot 12 mm lang. Het lichaam is eerst geelachtig groen, bij volwassen larve groen en glimmend. De kop is bruinachtig groen met zwarte markeringen.

De bladwespen vliegen in mei en juni en deponeren hun eitjes in de uitlopende bladeren. De jonge larven beginnen te vreten door een gat tussen de bladnerven te maken. Later wordt het grootste deel of het gehele blad opgegeten. Dit duurt meestal twee tot drie weken. Nadat ze volwassen zijn geworden, kruipen ze naar de bodem waar ze in stevige, donkerbruine cocons verpoppen. Kort daarna verschijnen de jonge bladwespen. De tweede generatie verschijnt in de late zomer. Bij gunstige weersomstandigheden kan in de herfst soms nog een onvolledige derde generatie verschijnen.

Type aantasting:
Bladvraat.

Waardplanten:
De soort is gespecialiseerd in Robinia-soorten. Soms komt ze ook op kleine sierbomen en plantsoen op de kwekerij voor.

Aangetaste plantendelen:
Bladeren.

Aantastingsbeeld:
De larven vreten eerst een gat in het blad, later worden delen of het gehele blad weggevreten. In de meeste gevallen blijft de schade voor de boom zonder betekenis.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Op Robinia komen nauwelijks andere bladvretende larven voor.

Schade:
De schade aan laan- en bosbomen is zonder enige betekenis.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een in Nederland algemeen aanwezige soort.

Bestrijding:
Bij klein sierplantsoen en bij kleine boompjes op de kwekerij kunnen de aangetaste bladeren met de larven worden verzameld en vervolgens verbrand.