Nederlandse naam:
Konijn
Wetenschappelijke naam:
Oryctolagus cuniculus

Wetenschappelijke naam: Oryctolagus cuniculus
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Konijn
Taxonomische indeling: Leporidae

Beschrijving en levenscyclus:
Lengte 34 – 45 cm, staart 4 – 8 cm, oor 7,5 – 9,5 cm; gewicht 1,3 – 2,2 kg. Relatief korte oren met slechts onduidelijke zwarte rand aan het uiteinde. Kleur soms zwart.

Overwegend schemeringsdier, maar ook actief in de nacht en overdag. Leeft in kolonies. Beweegt springend; snelheid relatief niet hoog; slaat veel haken bij achtervolging. Zwemt zelden. Graaft een holenstelsel.

Biotoop:
Zandgrond, ook wel lichte kleigrond; ook in naald- en loofbos. Veel in heuvelland, doch niet al te hoog.

Type aantasting:
Knagen aan de stam.

Waardplanten:
Naald- en loofbomen.

Aangetaste plantendelen:
Stam, twijgen en toppen van jonge(-re) boompjes.

Aantastingsbeeld:
Knagen aan de bast van oudere bomen en afvreten van jonge boompjes. De plaats waar het boompje is afgevreten is rafelig.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De soort kan met de haas worden verward.

Schade:
Vreten van boombast in boomgaarden en afvreten van boompjes in kwekerijen en natuurlijke verjonging in bossen.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
Vooral op zandgronden algemeen aanwezig.

Bestrijding:
Preventief: verandering van biotoop (dicht laten groeien van de open plekken met holen).
Repressief: rasteren met konijnenraster (ook ca. 20 cm ondergronds), aantalsregulatie.

Afbeeldingen: