Peribatodes rhomboidaria – taxusmeter
Een spanner uit de familie van spanners of spanrupsen – Geometridae. De soort is in Europa zeer verbreid in warmere streken van Europa polyfaag op loofboomsoorten waar ze graag in de ondergroei in het bos zit.
De spanners – Geometridae – zijn slanke vlinders van kleine tot middelmatige grootte. Hun voorvleugels zijn driehoekig en achtervleugels afgerond. Poten zijn dun en kort; de vleugels worden in rust uitgespreid gehouden. De vlinders vliegen gewoonlijk in de avond. Rupsen hebben één paar buikpoten en verplaatsen zich al lussen makend.
De levenscyclus van de soort is éénjarig.
Bestrijding: geen bijzonderheden.
Adult:
De vlinder heeft een spanwijdte van 35-42 mm. Voorvleugels zijn 15-20 mm lang. Het imago is kleiner dan P. roboraria, maar qua kleur en tekening zeer gelijkend. Zijn kleur is grijs tot bruinachtig-grijs. Op de voorvleugels zijn twee bij de voorrand iets dikkere dwarslijnen. De binnenste is gebogen en de buitenste getand en buigt vlak onder de voorrand sterk naar binnen. Er is een duidelijke zwarte halvemaansvlek. Onderzijde van vleugelspits is gelig.
Larve:
Lengte tot 40 mm. Het lichaam is takvormig eemet vaak een aantal haarborstels. De lichaamskleur varieert van grijsachtig-bruin tot roodachtig-bruin, soms geelachtig-bruin gespikkeld en met donkere vlekken op de rug, die soms een rij van ruitvormige vlekken vormen; de kop is hartvormig en bruin.
Pop:
Meestal glanzend en fijn gebeeldhouwd (D.:skulpturiert). Cremaster aan het einde gevorkt. In stevige, zijden cocons.
Verpopping in juni in de grond.
Voedselplanten:
De spanner is polyfaag op de loofboomsoorten en struiken, zoals Betula, Fagus, Quercus, Clematis, Crataegus, Hedera, Ligustrum, Syringa en Rosa. Van de naaldboomsoorten op Taxus.
Schadebeeld:
De larven eten op jonge twijgen
Levenscyclus:
Vliegt in een generatie per jaar, soms een deel van tweede generatie in september. Overdag zitten de vlinders op de stam, waar ze door hun uitstekende schutkleur niet opvallen. Ze vliegen in het voorjaar en de vroege zomer en zijn schuw. De eieren worden in augustus afgezet en de rupsen komen vroeg in de herfst uit. Voordat ze overwinteren voeden ze zich voor een korte periode. In het volgende voorjaar hervatten ze hun ontwikkeling en zijn eind mei volgroeid. In juni verpoppen ze in zijden kokons aan de twijgen van de voedselplant. De vlinders komen in juli uit.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.