Wetenschappelijke naam: Petrova resinella
Synoniemen: Evetria resinella
Nederlandse naam: Harsbuilrups
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Tortricidae
Beschrijving en levenscyclus:
De bladrollers zijn een grote en talrijke familie van vrij kleine vlindertjes met relatief brede en rechthoekige voorvleugels. De meeste soorten houden de vleugels in rust als een dakje, vele lijken op vogeluitwerpselen of stukjes blad. Achtervleugels zijn meestal grijsachtig bruin. De larve leeft gewoonlijk tussen samengevouwen of opgerolde bladeren (vandaar de naam), of boort zich in jonge twijgen of in vruchten.
Adult: De vlinder heeft een vleugelspanwijdte van 16 – 21 mm. De voorvleugels zijn donkerbruin met grijze dwarsstrepen. De achtervleugels zijn grijsbruin.
Larve: De larve is tot 12 mm lang; vuilgeel, kop en halsschild zijn donkerbruin.
De vlinders vliegen in april en mei. Ze leggen hun eitjes op de jonge scheuten. Het rupsje maakt een spinsel dichtbij een knop en vreet vervolgens daaronder de bast van de twijg. De uit het wondje vloeiende hars zet zich op het spinsel af, waardoor uiteindelijk de zogenaamde ‘harsbuil’ wordt gevormd. Het rupsje holt de twijg gedeeltelijk uit en overwintert er. Het zet de vreterij het volgende jaar voort, waardoor de harsbuil tevens in grootte toeneemt. Pas in het hierop volgende voorjaar (april) verpopt het zich in de harsbuil. De levenscyclus duurt dus twee jaar.
Type aantasting:
Harsgalvorming aan twijgen.
Waardplanten:
Pinus.
Aangetaste plantendelen:
Twijgen.
Aantastingsbeeld:
Typisch schadebeeld voor de soort zijn de walnootgrote harsgallen aan twijgen. De twijg is binnen de harsprop gedeeltelijk uitgehold.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De harsgalvorming is uniek.
Schade:
De eenjarige twijgen boven de aantastingplaats verdorren gewoonlijk. Omdat de aantasting hoofdzakelijk aan de zijtakken plaatsvindt en een massaal voorkomen van het insect zelden optreedt, lijdt de boom er nauwelijks onder. Worden echter ook primaire twijgen aangetast, dan is de slechte toestand van de boom hiervoor de oorzaak.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een in Nederland algemeen op droge zandgronden voorkomende soort, vooral bij vliegdennen.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.