Nederlandse naam:
Wapendrager
Wetenschappelijke naam:
Phalera bucephala

Wetenschappelijke naam: Phalera bucephala
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Wapendrager
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Notodontidae

Beschrijving en levenscyclus:
De nachtvlinders – Notodontidae – zijn vlinders van middelmatige grootte met een plomp, dichtbehaard lichaam en sterke vleugels; voorvleugels langwerpig driehoekig, achtervleugels klein, teer en plooibaar. In rust zijn de vleugels hoog dakvormig gevouwen en de voorpoten recht vooruit gestoken. Ze vliegen in de nacht. Bij de larven (rupsen) komt een grote verscheidenheid aan vormen voor.

Adult: vleugelspanwijdte 45-60 mm. De voorvleugels zijn parelgrijs met aan de punten een grote, ronde, geelbruine vlek. De achtervleugels zijn gelig wit.

Larve: lengte tot 60 mm lang. Het lichaam is glanzend oranjegeel met brede, zwarte lengtebanden over rug en flanken, die door oranje en gele dwarsbanden worden onderbroken. De grondkleur is donkerbruin, met talrijke gele, onderbroken lengtestrepen en gele dwarsstrepen. De larve is spaarzaam bedekt met fijne witte haartjes. De kop is zwart met gele tekening van een omgekeerde Y.

De vlinders vliegen in één generatie per jaar. De eitjes worden in juli in grote groepen van ongeveer 50 stuks aan de onderzijde van de bladeren afgezet en de larven voeden zich van juli tot september. Het grootste deel van hun leven blijven ze bij elkaar en vreten een gehele tak volledig kaal alvorens een volgende tak onder handen te nemen. Wanneer ze bijna volgroeid zijn, worden ze solitair. In de herfst verpoppen ze in de grond, maar de vlinders verschijnen pas in mei van het volgende jaar.

Type aantasting:
Bladvraat.

Waardplanten:
Algemeen op tal van loofboomsoorten zoals Fagus, Betula, Ulmus, Corylus, Carpinus, Tilia, Quercus, Prunus, Rosa, Salix, Castanea, Viburnum, Alnus.

Aangetaste plantendelen:
Bladeren.

Aantastingsbeeld:
De larven eten bladeren. Slechts de bladsteeltjes en sterke nerven blijven over. De rupsen eten aanvankelijk in groepen bij elkaar, later niet meer.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De larve kan door zijn opvallende tekening moeilijk met andere soorten verward worden.

Schade:
De aantasting is bij jonge planten en siersoorten wel van belang. In de bosbouw is de soort van geringe betekenis. In parken en straatbeplantingen komt een enkele keer kaalvreterij voor.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een algemene soort in Nederland.

Bestrijding:
De bladeren met afgezette eitjes of jonge larven kunnen worden verwijderd en vernietigd.