Wetenschappelijke naam: Phytodecta viminalis
Synoniemen: Gonioctena viminalis; Phyllodecta viminalis
Nederlandse naam: –
Taxonomische indeling: Coleoptera: Chrysomelidae
Beschrijving en levenscyclus:
De familie van bladhaantjes (Chrysomelidae) omvat zeer veel soorten. Het zijn bijna alle bladetende kevertjes die gewoonlijk ‘bladhaantjes’ worden genoemd. De meeste soorten zijn klein, langwerpig eivormig, fraai gekleurd en vaak levendig metaal-glanzend. De larven hebben vaak wratachtige verhevenheden of doorntjes verspreid over het lichaam en leven meestal vrij op planten. Ze bezitten drie paar duidelijke borstpoten.
Adult: de kever is 5,5 – 7 mm lang, gewoonlijk geelachtig rood, met zwarte kop, een zwarte vlek op het borststuk (thorax) en 3 – 5 zwarte punten op elk van dekschilden.
Larve: tot 5 mm lang, donkergrijs met drie paar poten.
De levenswijze van deze soort is gelijk aan de andere wilgenhaantjes (Phyllodecta-soorten). De kevers overwinteren in bastspleten of elders op beschutte plekken. Ze verschijnen in april – mei. De eitjes worden in dubbele rijen tussen de twee hoofdnerven aan de onderzijde van het blad afgezet. De larven van de eerste generatie verschijnen in mei – juni en voeden zich met blad door dit aan de onderzijde te skeletteren. Na vier weken is hun ontwikkeling afgesloten waarna ze in de grond verpoppen. De jonge kevers verschijnen in juli – augustus en produceren een tweede generatie, waarvan de larven nog in de herfst verpoppen. Bij ongunstige omstandigheden, zoals extreme droogte of natheid staakt de soort tijdelijk zijn ontwikkeling. Per jaar zijn er twee generaties die elkaar in de meeste gevallen niet overlappen.
Type aantasting:
Bladvraat op de nerven na. Afschaven van het bladoppervlak door kevers en skeletteren van de bladonderzijde door larven.
Waardplanten:
Salix (vooral S. viminalis) en Populus.
Aangetaste plantendelen:
Bladeren.
Aantastingsbeeld:
Kleine schaafplekjes aan het bladoppervlak door vreterij van de kevers. Skeletterende larven aan bladonderzijde. Van het blad blijven meestal slechts de nerven over.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De bladvraat lijkt veel op die van de andere bladhaantjes. De larve lijkt veel op die van de bronzen wilgenhaan, Phyllodecta vitellinae en de ronde wilgenhaan, Plagiodera versicolora.
Schade:
De soort behoort samen met de andere wilgenhaantjes tot de ernstige plagen van de wilgencultuur, speciaal in grienden. Vooral het kathout heeft van de plaag te lijden. Vaak worden de planten jaar in jaar uit ontbladerd. Doordat de wilgenhaantjes twee generaties per jaar hebben, blijven de wilgen voortdurend kaal zonder dat ze de gelegenheid hebben zich te herstellen. Hierdoor kan grote sterfte ontstaan. Populieren worden minder zwaar aangetast.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In Nederland vooral op wilg algemeen. Voornamelijk bij Salix viminalis.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.