Wetenschappelijke naam: Pristiphora geniculata
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Lijsterbesbladwesp
Taxonomische indeling: Hymenoptera: Tenthredinidae
Beschrijving en levenscyclus:
De familie Tenthredinidae is zeer talrijk. Daarvan zijn er enkele soorten die op vruchtbomen en bessenstruiken leven en daar zeer talrijk en schadelijk kunnen zijn.
De bladwespen zijn kleine tot middelgrote dieren (6 – 15 mm). Hun antennen zijn draadvormig (ook bij mannetjes) en bestaan meestal uit 9 segmenten. De larven, met 10 of 11 paar poten, leven vaak in groepen op loofhout, of naaldhout. Vele soorten heffen het achterlijf op en ‘wuiven’ ermee als ze verstoord worden. Kenmerkend is ook dat de vrouwtjes met behulp van een zaagvormig legboor hun eitjes in het plantenweefsel deponeren.
Adult: 6-7 mm lang. Zwart gekleurd. Achterlijf is zijdeachtig behaard. Poten zijn crèmekleurig.
Larve: tot 20 mm lang. Het lichaam is opvallend geel met karakteristieke zwarte vlekjes. Kop eerst zwart, later geel.
De bladwespen vliegen in mei en nogmaals in juli. Ze leggen de eitjes in zakjes die in de onderzijde bij de bladrand worden gemaakt. De jonge larven groeperen zich direct na het uitkomen in een krans om de bladrand, waarbij het achterlijf in een S – vorm omhoog wordt gehouden. Oudere larven verlaten deze gemeenschappelijke leefwijze en vreten afzonderlijk. Na ongeveer drie weken zijn ze volwassen, waarna de verpopping in een cocon in het strooisel plaatsvindt. Na enkele weken verschijnt hieruit de tweede generatie. Doordat de cyclus vaak niet gelijktijdig verloopt, kunnen de beide generaties elkaar overlappen. Daartoe kan de totale aantastingsperiode van juni tot in september voortduren. De levenscyclus van deze soort is vermoedelijk éénjarig.
Type aantasting:
Bladvraat.
Waardplanten:
De soort is gespecialiseerd in Sorbus aucuparia.
Aangetaste plantendelen:
Bladeren.
Aantastingsbeeld:
Bladeren worden vanaf de bladrand gegeten. Slechts de hoofdnerf en zijnerven blijven gespaard.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De soort kan op Sorbus nauwelijks met andere worden verward.
Schade:
Voor de bosbomen is de soort nauwelijks van belang. In het stedelijk groen iets belangrijker door een hoger aandeel van Sorbus aucuparia.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
In Nederland incidenteel optredend.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.