Wetenschappelijke naam: Psyllopsis fraxini
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Essenbladvlo
Taxonomische indeling: Hemiptera: Psyllidae
Beschrijving en levenscyclus:
Bladvlooien (Psyllidae) zijn kleine insecten (2-3 mm lang), die goed kunnen springen en zeer actief zijn. Ze hebben relatief grote, vliezige vleugels en sterke achterpoten die ze goed voor hun sprongen kunnen gebruiken. Ze scheiden honingdauw af in de vorm van kleine bolletjes. De groene of zwarte larven zijn bedekt met witte wasdraadjes. Ze bewegen vrij traag. Vele soorten zijn monofaag en dus gebonden aan een bepaalde boomsoort.
Adult: lengte van voorvleugels 2,3 – 3,3 mm. Ze zijn doorschijnend maar met bruine aders en een zwartachtig basispatroon. Het lichaam is mat blauwachtig groen tot mat geel, omgeven door zwart.
Larve: mat blauwachtig groen gekleurd. Ogen zijn rood en opvallend.
De eitjes overwinteren op takjes. De eitjes komen uit als de knoppen zich openen en de larven beginnen aan de bladeren te zuigen. Hierdoor zwelt het blad en de rand rolt om, terwijl de nerven rood worden. Binnen deze gal gaan de larven door met zuigen. De platte groenachtige larven zijn bedekt met donzige wasdraadjes die op kleine stukjes katoen lijken. Vanaf juni en juli kan men de bruinachtige volwassen dieren in de gallen vinden, te midden van vele kleine vloeistofbolletjes van honingdauw. De druppels zijn bedekt met was afkomstig uit speciale klieren in het achterlijf, waardoor de insecten zelf niet kleverig worden. De gal verandert van kleur: eerst geel en later rood, purperachtig tot bruin. Er is één generatie per jaar.
Type aantasting:
Zuigen aan bladeren.
Waardplanten:
De soort is in Fraxinus gespecialiseerd.
Aangetaste plantendelen:
Bladeren.
Aantastingsbeeld:
Opvallende bladgallen.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De aantasting is specifiek.
Schade:
Van weinig betekenis.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een in Nederland algemeen voorkomende soort.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.