Nederlandse naam:
Rhopobota naevana
Wetenschappelijke naam:
Rhopobota naevana

Rhopobota naevana – topspinner
Syn. : R. unipunctana
De topspinner is een vlinder die behoort tot de onderfamilie Oletheutinae en de familie van de bladrollers – Tortricidae. Hij komt vrij algemeen voor op bomen en struiken en toont een voorkeur voor Ilex. De topspinner komt vaak in parken en tuinen voor.
De bladrollers (Tortricidae) zijn een grote talrijke familie van vrij kleine vlindertjes met relatief brede en rechthoekige voorvleugels. De meeste soorten houden de vleugels in rust als een dakje, vele lijken op vogeluitwerpselen of stukjes blad. Achtervleugels zijn meestal grijsachtig bruin. Rups leeft gewoonlijk tussen samengevouwen of opgerolde bladeren (vandaar de naam), in jonge twijgen of in vruchten. Ze boort soms gangen in planten.

De levenscyclus van deze soort is eenjarig.

Bestrijding van deze soort: geen bijzonderheden.

Adult:
Vleugelspanwijdte is 12-15 mm. De grootte is ca. 10 mm. De mot is grijs gewolkt met blauwe schubben. Zeer variabel van kleur: van lichtgrijs tot bijna zwart. De voorvleugels hebben een inkeping onder de top. Hun kleur is donkergrijs, gemarkeerd met zwartachtig en donker roodachtig-bruine tekening, en met verscheidene witachtige strepen aan de voorste rand.

Pop:
5-7 mm lang. Geelachtig-bruin. Ze zijn van een puntje voorzien met vier doornachtige stekels en een smalle knobbel achter de anale spleet. In spinsels en in een witte cocon, gelegen binnenin de gerolde bladeren.

Larve:
Ongeveer 10-12 mm lang, olijfgroen tot groengeel. De kop en de platen van prothorax en anus zijn bruin. De anale streek is van twee donkere tandjes voorzien. De poten aan de thorax zijn bruin.

Ei:
Hun grootte is 0,7×0,5 mm. Vlak en ovaal. Aanvankelijk zilverachtig, dan geel tot rood verkleurend; afzonderlijk op dunne takken.

Voedselplanten:
Ilex, ook wel Crataegus, Malus, Prunus, Pyrus, Rhamnus en Sorbus.

Schadebeeld:
De samengesponnen topblaadjes worden door de rupsen aangevreten. De knoppen binnen het spinsel worden vernietigd. Ook de mannelijke bloei wordt graag gevreten. Door de aantasting worden de jonge scheuten in hun groei belemmerd. De schade kan ernstig zijn.

Levenscyclus:
De eitjes overwinteren. In het voorjaar komen de rupsen tevoorschijn en voeden zich met jonge bladeren, aan de toppen van de takken. De topblaadjes worden spoedig samengesponnen. Binnen de spinsels leven de rupsen tot in de zomer. Na de verpopping in de spinsels verschijnen er in juli en augustus imago’s. In de nazomer worden de eieren afgezet op gladde stukjes schors van stammen en takken.

Bestrijding:
De aangetaste scheuten worden afgeknipt en vervolgens verbrand.

Afbeeldingen: