Wetenschappelijke naam: Saperda carcharias
Synoniemen: Anaerea carcharias
Nederlandse naam: Grote populierenboktor
Taxonomische indeling: Coleoptera: Cerambycidae
Beschrijving en levenscyclus:
De familie van boktorren (Cerambycidae) zijn zeer kleine (3 mm) tot tamelijk grote (60 mm) langgerekte kevers die zich vooral door hun lange sprieten van andere keverfamilies onderscheiden. De larven leven in het hout. Ze zijn pootloos, langgerekt, tapstoelopend, witgeel en sterk geleed. De kleine donkere kop ligt bijna geheel verborgen onder een grote chitineplaat van het eerste borstsegment (prothorax).
De kevers voeden zich met naalden, bladeren en twijgen, of met stuifmeel van schermbloemige planten. De larven maken kronkelige gangen vlak onder de bast of in het hout die boormeel en excrementen bevatten. De meeste boktorsoorten leggen hun eitjes in dode of stervende bomen. De schade is dan hoogstens van technische aard omdat de houtkwaliteit is verminderd. Enkele soorten echter hebben een min of meer primaire betekenis omdat zij levende bomen aantasten. Hiertoe behoort onder andere de op Populus levende Saperda carcharias.
Adult: de kever is 25 – 35 mm lang. Hij is grauw tot geelbruin van kleur, viltig behaard en met vele donkere stippen op de dekschilden. Mannetjes zijn kleiner dan vrouwtjes.
Larve: de larve is tot 40 mm lang, vuilwit, met donkere, deels verborgen kop. Pootloos en sterk gesegmenteerd.
De kever vliegt van juli tot oktober. De eitjes worden afzonderlijk en diep in de bast van de stam of dikke tak afgezet. Naarmate de boom ouder wordt verplaatst de aantasting zich hoger op de stam. Uit het ei, dat overwintert, verschijnt in mei het larfje. Het voedt zich aanvankelijk met het cambium en gaat vervolgens dieper het hout in. Nadat de larve tweemaal heeft overwinterd, verpopt ze in juni – juli. De levenscyclus duurt 3 jaar.
Type aantasting:
Gangen in het hout.
Waardplanten:
Populus.
Aangetaste plantendelen:
Stam.
Aantastingsbeeld:
Ovale of spleetvormige openingen in de schors, waaruit grove boorspanen worden verwijderd; gang in het hout, gewoonlijk in opwaartse richting, 15 – 25 cm lang.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
De soort kan mogelijk verward worden met de populierenglasvlinder, Paranthrene tabaniformis, de horzelvlinder, Sesia apiformis, de wilgenhoutrups, Cossus cossus, en de wilgensnuitkever, Cryptorhynchus lapathi.
Schade:
Ernstig door de boktor beschadigde bomen vertonen zeer veel gaten verspreid over de stam. Het blad verkleurt gelig en de boom gaat er slecht uitzien. Do boorgaten kunnen invalspoorten worden voor andere insecten, bijv. voor de wilgenhoutrups, Cossus cossus, en voor schimmels. Jongere opstanden zijn vatbaarder voor de boktor dan de oudere, reeds gesloten beplantingen. De beplantingen langs wegen worden eerder aangetast dan die in bosverband.
Verspreiding en frequentie van aantasting:
Een algemene soort in Nederland.
Bestrijding:
Geen bijzonderheden.