Nederlandse naam:
Appelbladmineermot
Wetenschappelijke naam:
Stigmella malella

Wetenschappelijke naam: Stigmella malella
Synoniemen: –
Nederlandse naam: Appelbladmineermot
Taxonomische indeling: Lepidoptera: Nepticulidae

Beschrijving en levenscyclus:
De familie van Nepticulidae herbergt heel kleine motjes waarvan het belangrijkste kenmerk de ‘oogklep’ is, een zwelling van het basale segment van de antennen. De vlinders zijn vaak vrolijk en metaalglanzend gekleurd. De larven hebben geen poten en de meeste soorten zijn bladmineerders.

Adult: Het motje is circa 2 mm lang, donkergrijs met een zilverwit bandje en een goudgeel kuifje.

Larve: pootloos.

Ei: de eitjes zijn glazig, circa 0,4 mm groot. Na het uitkomen verandert de kleur in zwart.

De motjes verschijnen in mei en juli. Het vrouwtje legt de eitjes op de onderzijde van bladeren, gewoonlijk dichtbij de middennerf. De larve verpopt in een cocon in de grond waar de overwintering plaats vindt. Er zijn twee generaties per jaar: de eerste in het voorjaar, de tweede in de zomer.

Type aantasting:
Mineren van blad.

Waardplanten:
Malus.

Aangetaste plantendelen:
Bladeren.

Aantastingsbeeld:
De larve mineert het blad. De mineergangen zijn in het begin enkele millimeters groot en worden met de groeiende larve geleidelijk breder. In het midden van de gang loopt een donker spoor van uitwerpselen. Beide opperhuiden van het blad blijven onbeschadigd. De bladeren vallen vroegtijdig af.

Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Op Malus komen meerdere soorten minerende insecten voor.

Schade:
Ernstig aangetaste bladeren vallen vroegtijdig af. De schade kan ernstig zijn.

Verspreiding en frequentie van aantasting:
De soort is in Nederland zeer algemeen.

Bestrijding:
Geen bijzonderheden.