Wetenschappelijke naam: Virus
Synoniemen: —
Nederlandse naam: Virus
Taxonomische indeling: Virus
Beschrijving en levenscyclus:
Op de bladeren van de bomen ontstaat gedurende het groeiseizoen een vlekkerigheid waarvan het beeld, afhankelijk van het soort virus, varieert. Soms is sprake van een vage, gele vlekkerigheid, soms van een scherp afgegrensde, mozaïekachtige bontheid, soms van een ringvormige vlekkerigheid, soms dwerggroei (o.a. bij Betula en Prunus) en/of misvorming en/of vergeling van het blad op. Vaak gaan de vergelingen na enige tijd over in necrotische vlekken.
Een virus bestaat uit een stukje erfelijk materiaal (DNA of RNA) dat is omgeven door een eiwitmantel met soms daaromheen nog een membraan van vetzuren e.d. (de zgn. lipoproteïnen).
In de levende cel kan het zich vermenigvuldigen, waarbij het gebruik maakt van de normaliter in de cel aanwezige organellen (o.a. ribosomen) en enzymsystemen.
Verspreiding c.q. besmetting vindt veelal plaats door bladzuigende en -stekende geleedpotigen zoals bladluizen. Ook kunnen nematoden (wortelaaltjes) een rol spelen bij de verspreiding van sommige virussen.
Daarnaast kan virusbesmetting plaatsvinden via het enten op onderstam, maar ook kunnen ze via stuifmeel worden verspreid.
Type aantasting:
Pathogene virus.
Waardplanten:
Een groot aantal houtige en kruidachtige gewassen kan door virussen worden aangetast. Bij naaldbomen komt virusaantasting weinig voor. In Nederland zijn voor wat betreft virusaantasting vooral de geslachten Populus, Prunus en Malus van belang (naast een aantal andere struiken, heesters en vaste planten in de sierteelt).
– Populus: Populierenmozaïekvirus – pleksgewijze, lichtgroene verkleuringen van de fijnere nerven en weefsel van het blad.
– Prunus: Pruimenfiguurbontvirus – de bladeren vertonen gele golvende lijnen en banden, soms met een lichtgele verkleuring van de hoofd- en zijnerven. Soms bevinden zich necrotische plekken in het vergeelde weefsel.
– Prunus: Necrotische kringvlekkenziekte – de bladeren vertonen onregelmatige lichtgele golflijnen en banden, soms lijkend op een eikenblad. Daarnaast treden ook nerfverkleuringen op. Soms ontstaan in de verkleuringen necrotische plekken die uitvallen en gaten in het blad veroorzaken.
– Prunus: Sharka-virus: het blad vertoont lichtgroene tot geelgroene, meestal kringvormige vlekken die overvloeien in het normale bladweefsel. Na enige tijd kunne deze vlekken naar bruin verkleuren. Op de vruchten verschijnen soms voor de rijping donkere vlekken.
– Malus: Chlorotische-bladvlekkenvirus (het blad vertoont geelgroene tot gele, onregelmatige stippen en vlekken, soms met een mozaïekbeeld in kleinere en grotere kringen. Bladgedeelten vertonen een chlorotische verkleuring en bij ernstige aantasting vervormen de bladranden.
Veder zijn virusaantastingen incidenteel waargenomen bij onder meer esdoorn, eik, lijsterbes, iep en berk.
Aangetaste plantendelen:
Bladeren en soms vruchten en, in geval van dwerggroei, soms de jonge twijgen.
Aantastingsbeeld:
Op de bladeren van de bomen verschijnt een patroon van een soms vage, maar soms scherper afgegrensde gele vlekkerigheid. In een aantal gevallen treedt daarnaast ook vergeling van de nerven op. Vaak gaan de verkleuringen geleidelijk over in necrotische plekken. In een aantal gevallen is het blad kleiner dan normaal en bij ernstige aantasting kan bladmisvorming optreden. Soms treedt ook vervroegde bladval op.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
– (soms) Bladvlekkenziektes zoals Hagelschot (Stigmina caropophylla);
– (soms) Schade door herbiciden.
Schade:
De schade beperkt zich doorgaans tot een slechte c.q. vertraagde groei van de planten. Doorgaans blijft de plant in leven, maar als gevolg van verzwakking kan de vatbaarheid voor secundaire aantastingen toenemen. Als regel is er sprake van productieschade. In de fruitteelt kan extra (economische) schade optreden wanneer aangetaste vruchten minder goed eetbaar en dus onverkoopbaar worden.
Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komen virusaantastingen algemeen voor, maar het voorkomen van een aantal (voor de export) belangrijke soorten (zoals het Sharka-virus) is door strenge controlemaatregelen en uitgifte van virusvrij materiaal inmiddels tot een laag niveau teruggebracht.
Bestrijding:
Teelt: Uitgaan van gezond, d.w.z. virusvrij teeltmateriaal. Bomen bij voorkeur planten op grond
de vrij is van aaltjes.
Sanitair: Verdachte planten verwijderen en vernietigen.
Chemisch: Geen praktische optie.
Aanvullende opmerkingen:
Soms is de oorzaak van een vergeling of dwerggroei niet toe te schrijven aan een virus, maar door Mycoplasma’s of MLO’s (Mycoplasam Like Organisms). Dit soort aantastingen is tot dusver in Nederland nog betrekkelijk weinig waargenomen en als zodanig geïdentificeerd Dit geldt overigens ook voor een aantal van de overige virusaantastingen.
Het is niet uitgesloten dat bij bepaalde vormen van gezwellen (tumoren) op stam en takken van de boom en sommige heksenbezemziekten (tevens) een virus in het spel is, maar hierover is nog weinig bekend.