Wetenschappelijke naam
Nematus salicis
Nederlandse naam
Wilgenbladwesp
Synoniemen
Pteronidea salicis
Taxonomische indeling
Bladwesp / Galwesp
Tenthredinidae
Waardplanten
Salix. Bladvraat.
Aantastingsbeeld/symptomen
Bladeren vanaf de bladrand tot op de middennerf afgevreten.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen
De soort kan mogelijk met andere Nematus-soorten worden verward.
Schade
Kan plaatselijk in grienden, jonge cultures en wegbeplantingen schadelijk worden. De bastaardrupsen van beide generaties volgen elkaar zodanig op dat de wilg het gehele seizoen kaal kan staan.
Verspreiding en frequentie van aantasting/diagnose
Een in Nederland algemene soort.
Bestrijding/aanvullende opmerkingen
Geen bijzonderheden.
Aanvullende informatie
De bladwespen (Tenthredinidae) zijn een zeer talrijke familie. Daarvan zijn er enkele soorten die op bomen, zowel naald- als loofhout, en struiken leven en daar zeer talrijk en schadelijk kunnen zijn. Het zijn kleine tot middelgrote dieren: 6 tot 15 mm lang. Hun antennen zijn draadvormig (ook bij mannetjes) en bestaan meestal uit 9 segmenten. De larven, met 10 of 11 paar poten, leven vaak in groepen. Vele soorten heffen het achterlijf op en ‘wuiven’ ermee als ze verstoord worden. Kenmerkend is ook dat de vrouwtjes met behulp van een zaagvormige legboor (ovipositor) eieren in het plantenweefsel deponeren. Adult: 11 mm lang; grondkleur vrouwtje is roodachtig geel, kop en middenstuk ten dele zwart, vleugels geelachtig. Het mannetje is zwart, voelsprieten zijn langer dan het achterlijf. Larve: tot 35 mm lang. Blauwgroen met zwarte spikkels, de eerste en laatste segmenten zijn geelbruin. De bladwespen vliegen in mei en doorgaans nogmaals omstreeks juli. Ten behoeve van hun eiafzetting snijden ze een groot aantal niervormige zakjes in de epidermis van de onderzijde van bladeren. Daarin worden de eitjes gelegd. De larven gaan direct na het uitkomen naar de bladrand, vanwaar het bad wordt weggevreten. Meestal blijft de middennerf met het bladstuk waarop de eitjes waren afgezet onaangetast. Vreterij duurt tot oktober. Verpopping vindt plaats in de grond en tussen de bladeren. Er zijn gewoonlijk twee generaties per jaar.