Wetenschappelijke naam: Xanthomonas campestris
Synoniemen: —
Nederlandse naam: —
Taxonomische indeling: Bacteria
Beschrijving en levenscyclus:
De ziekte kenmerkt zich door de aanwezigheid van onregelmatige necrotische vlekken op de bladeren, bloeiwijzen, vruchten, en de bast van twijgen. In de loop van wordt rondom de aantastingplaatsen bacterieslijm gevormd dat met rondspattende regendruppels of door andere vectoren zoals insecten en dieren wordt verspreid. Infectie van de bast van de twijgen vindt voornamelijk plaats in het voorjaar via wonden door bijvoorbeeld insectenvraat of via bladlittekens, zoals die van de afgevallen steunblaadjes van de scheuten die zich tijdens het voorjaar ontwikkelen. Infectie van het blad vindt hoofdzakelijk plaats via de huidmondjes. Vervolgens breidt de bacterie zich uit in het blad, of het cambium- en basweefsel dat na enige tijd afsterft.
Type aantasting:
Bladvlekkenziekte; Voortschrijdende bastnecrose.
Waardplanten:
De bacterie kent een breed scala aan waardplanten, met doorgaans ieder een eigen pathovar, zoals de pv. juglandis op de noot (Juglans spp.) , de pv. corylina op de hazelaar (Corylus spp.), de pv. pruni op Prunus spp. en de pv. hederae op klimop (Hedera spp.).
Aangetaste plantendelen:
Bladeren en twijgen.
Aantastingsbeeld:
In de loop van het groeiseizoen ontstaan op de bladeren, bloeiwijzen (o.a. katjes), vruchten c.q. vruchtomhulsels en de (jonge) twijgen glazige, daarna necrotisch wordende bruine vlekken die zich geleidelijk over het aangetaste gedeelte van de plant uitbreiden. Aangetaste bloeiwijzen en jonge vruchten komen niet of nauwelijks meer tot ontwikkeling. Bij zware aantasting verdorren de bladeren maar blijven nog lang in verschrompelde toestand aan de boom hangen. Wanneer twijgen door de aantasting worden geringd sterft het distale gedeelte af. Op en langs de rand van de aangetaste plekken zijn soms druppeltjes bacterieslijm waarneembaar.
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
Diverse andere Bladvlekkenziekte en voortschrijdende necrosen, veroorzaakt door zowel schimmels als bacteriƫn (Gnomonia spp., Pseudomonas spp. en andere, afhankelijk van de boomsoort).
Schade:
Aangetaste bomen vertonen, al naar gelang de zwaarte van de aantasting, bladverdorring en topsterfte van de twijgen, wat kan leiden tot vertraging van de groei, soms een wat bossige groei en een vermindering van de sierwaarde. In de fruitteelt kan productieverlies optreden.
Verspreiding van de ziekte:
In Nederland komen aantastingen incidenteel voor op gevoelige soorten c.q. cultivars, maar landelijk is de omvang beperkt.
Bestrijding:
Teelt: – Alleen ongevoelige soorten en cultivars aanplanten.
Sanitair: – Opruimen van bomen die regelmatig zwaar worden aangetast.
Chemisch: Voor het openbaar groen geen praktische optie. In de boomkwekerij kunnen preventieve
bespuiting met oplossingen van antibiotica worden uitgevoerd tijdens het uitlopen van de
scheuten.
Aanvullende opmerkingen:
—