ABIOTISCHE AANTASTINGEN: ZONNEBRAND
Symptomen:
De symptomen van zonnebrand zijn tweeërlei en hoeven niet op dezelfde boom voor te komen:
– bastafsterving als gevolg van oververhitting van het daaronder liggend meristematische weefsel (o.a. de cambiumlaag) en
– bladnecrose als gevolg van oververhitting van het bladmoes.
De bastafsterving treedt op aan de zonzijde van door het bladerdek onbeschutte delen van de stam of takken. De schade is soms pleksgewijs, maar doorgaans strekt het zich uit over vrij brede, soms meterslange banen.
De bladschade treedt eveneens het meeste op aan de door de zon ingestraalde zijde van de boom, of aan de zijde waar het zonlicht of de warmte wordt weerkaatst (o.a. door gebouwen of verhardingen).
Mogelijke verwarring met andere aantastingen:
– bastafsterving veroorzaakt door bastnecrose of houtrot veroorzakende schimmels.
– (op afstand gezien) aantasting door spintmijt (o.a. bij de linde). Dit kan worden aangezien als verbranding als gevolg van reflectie van het zonlicht door de onderliggende verharding.
Schade:
Bastverbranding kan resulteren in een grote mate van bladverlies met de daaraan gekoppelde secundaire gevolgen zoals aantasting door houtrot en houtborende insecten of aantasting door bastschimmels zoals Nectria spp. Na overgroeien van de wond kan het aanleiding zijn tot het ontstaan van de zgn. vorstscheuren in een later stadium. (Oudere) beuken kunnen reeds op korte termijn geheel te gronde gaan wanneer over grote gedeelten van de stam de bast is verbrand.
Bladverbranding resulteert doorgaans alleen in een verlies van sierwaarde en de schade is tijdelijk van aard.
Voorwaarden voor het optreden van de aantasting:
De omvang van de bastschade wordt bepaald door mate waarin stam en takken van gevoelige boomsoorten door de zon worden ingestraald, in combinatie met de weersgesteldheid c.q. de kracht en duur van de zonnestraling op dat moment. Vaak treedt het op in het voorjaar, wanneer de bomen nog niet in blad zijn. Vooral bomen met een dunne bast zijn kwetsbaar, met name beuk, esdoorn en paardekastanje (de laatste op jonge leeftijd).
Bladverbranding treedt op bij bomen met relatief dunne bladeren, c.q. een dunne cuticula en vooral bij bomen met bonte bladeren, waarbij de lichte gedeelten het eerst verbranden. Bladverbranding is vooral te verwachten in de zomermaanden, in perioden waarin de zon de meeste kracht heeft en vaak na een periode van droogte waarbij de boom reeds onderhevig is aan enige mate van waterstress.
Diagnose:
De diagnose bestaat uit herkenning van de symptomen (die doorgaans vrij duidelijk zijn).
Bestrijding:
Zonnebrand op de bast is te voorkomen door de stam van gevoelige bomen te beschermen. Bij jonge bomen kan dit op natuurlijke wijze, d.w.z. door het “beveerd” laten van de stam, waarbij de bevering geleidelijk door snoei wordt verwijderd naarmate de kroon de stam meer beschut. Bij oudere bomen die plotseling in “het licht” komen te staan kan de stam worden omwikkeld met een beschermend materiaal (bijvoorbeeld jute) of kan de stam worden bestreken met een reflecterende substantie, vooropgesteld dat dit luchtdoorlatend is en niet toxisch.
Bladverbranding kan het beste worden voorkomen door geen gevoelige boomsoorten te planten op plaatsen waar een verhoogde instraling is door de zon (bijvoorbeeld als gevolg van reflectie). Het tijdig water geven aan bomen die leiden aan droogtestress kan soms het optreden van zonnebrand beperken.
Aanvullende opmerkingen:
Een bekend voorbeeld van serieuze schade is het zgn. oprollen van beukenlanen wanneer de randbomen aan de zuidzijde zijn geveld of anderszins zijn weggevallen. Bij ingrepen in een beukenlaan is dit dan ook een belangrijk aspect om rekening mee te houden.
In sommige gevallen (o.a. bij de esdoorn) kan zonnebrand reeds optreden gedurende de late winter. Men zou dan echter ook kunnen spreken van vorstschade, omdat vooral de verschillen in temperatuur meer bepalend zijn dan de kracht van de zon. De schade is echter vergelijkbaar en kan voor esdoorn zeer groot zijn wanneer de stam door gelegenheidsparasieten zoals Nectria cinnabarina wordt geringd.